Praktijktest Renault Magnum 460 Euro5
| 11:42 | Truckstar Redactie

Praktijktest Renault Magnum 460 Euro5

Het blijft een vreemde eend in de bijt, maar vandaag de dag is menig concurrent gewoon hoger dan de Magnum. En ruimer, dat ook.

Bij de introductie van het eerste model zorgde de Renault Magnum voor een revolutie. Door het ontbreken van de motortunnel was er een zee aan ruimte en met zijn hoog geplaatste cabine imponeerde de Magnum iedereen. Hoe staat de vlag er nu voor?

Als we de truck nu in Asten tussen een rijtje moderne vakbroeders parkeren, valt de hoogte niet eens meer op. Het blijft een vreemde eend in de bijt, maar vandaag de dag is menig concurrent gewoon hoger dan de Magnum. En ruimer, dat ook. Door de hooggeplaatste vloer haalt de cabine namelijk niet het volume van de recenter geïntroduceerde trucks. Die hebben dan misschien geen volledig vlakke vloer, maar wel veel meer opberg- en leefruimte. Juist waar het gaat om het opbergen van spullen komt de Magnum wat tekort. Vooral in de door ons gereden uitvoering met de ‘dinette’ ontbreekt het onder het bed aan een groot vak en ook boven de voorruit zijn de kastjes maar klein. Helaas ontbreekt in de testwagen ook de grote schuiflade onder de bijrijderstoel. Een ander nadeel van de dinette-uitvoering is dat het onderbed uit drie delen bestaat. Die delen zijn verschillend van dikte en hardheid en als bed voldoet dat niet. Boven slapen is ook geen echt alternatief, want dat bed is gewoon te klein. Onze voorkeur zou dan ook uitgaan naar een normaal onderbed en een schuiflade onder de bijrijderstoel. Op die manier zijn er al twee problemen opgelost in de Magnum. Eigenlijk moet de kast voor hangende kleding gewoon vervallen. Daarmee zou het onderbed in ieder geval een normale lengte van ruim twee meter kunnen krijgen. Die kast zelf is trouwens slecht afgewerkt. Zoekend naar een verloren mobieltje haalde ik mijn hand open aan de blikken randen onder in deze kledingkast.

Verschijningsvorm
Ook in zijn nieuwste verschijningsvorm blijft het een eigenzinnig ding, zo’n Magnum. De doosvormige cabine, die zo hoog boven de brede onderpartij uittorent, blijft een apart gezicht. De zwarte kleur staat hem uitstekend, zeker met de ‘high-tech’-zilver gespoten grille en de aluminium wielen. Een zonneklep boven de voorruit had hem helemaal afgemaakt en daarmee was de rare spiegel ook een beetje gecamoufleerd. Die opzichtige spiegel biedt overigens prima zicht op dat wat zich vlak voor de Renault afspeelt, maar is geen dodehoekspiegel in de ware zin van het woord. Niettemin levert hij een bijdrage in het zicht rondom. Een grote jongen als deze Magnum vraagt echt om een dodehoekcamera, een voorziening die zelfs niet in het boodschappenwagentje van de opties ligt, maar gewoon een must is. Het eigenzinnige karakter van de Magnum blijkt ook bij de instap. De vier treden zitten achter de vooras en nadat die trap bestegen is, wandel je via een soort gangboord naar de deur. Een soort in- en uitstaprevolutie voor de chauffeur en wen er maar snel aan, anders maak je een flinke smak. Eenmaal binnen is het een aangenaam weerzien met de Renault. Het fraaie gewelfde dashboard, de enorme voorruit en die typische elektrische rolgordijntjes zorgen ervoor dat je meteen weet dat je in een Magnum zit. Er zijn chauffeurs die zweren bij het concept, maar er zijn er ook die het helemaal niks vinden. Die laatste categorie wordt overigens steeds kleiner, want het lijkt wel of de Magnum op zijn oude dag al maar populairder wordt. Op de werkplek is weinig af te dingen, of het zou de dode hoek moeten zijn. Doordat je niet tussen de A-stijlen en de spiegels door kunt kijken, bestrijkt de dode hoek een groot gebied. De bolle spiegel die boven de voorruit is gemonteerd, lost wel wat op, maar direct zicht is veiliger dan een spiegel. Het dashboard is goed overzichtelijk en na enige gewenning is zo’n digitale snelheidsaanduiding helemaal zo gek nog niet.

Praktijktest Renault Magnum 460 Euro5

Boordcomputer
Alle cruise-controlfuncties worden vanaf het stuurwiel bediend en vlak onder het stuur zit de bediening van de radio en de boordcomputer. Daar weer onder zit de bediening van de geautomatiseerde transmissie. Aan de linkerkant zit een stengel voor de motorrem, typisch Renault. Zoals met meer dingen in de Magnum is dat even wennen, maar na een dag rijden weet je niet beter. Wat betreft die stengel is Renault erg conservatief; hij zit al jaren op dezelfde plek en je moet oppassen bij het sturen, want anders tik je tegen die stengel aan en activeer je de motorrem op een moment dat je dat totaal niet uitkomt. Het hoort bij het wennen aan de Magnum.
De truck rijdt werkelijk alsof hij op rails staat. De Magnum heeft het zweverige gevoel al jaren geleden van zich afgeschud, maar helaas hangt dat imago er nog steeds een beetje aan. Dat is volledig onterecht en er zijn vandaag de dag merken die het predikaat ‘zweverig’ veel meer verdienen dan de Renault. De Optidriver+-versnellingsbak werkt uitstekend samen met de DXi13-motor onder de cabine. Dat is niet zo heel vreemd natuurlijk, aangezien ze beide uit dezelfde Zweedse ontwikkelingsafdeling afkomstig zijn. Het is vooral de Franse software die de aandrijflijn volledig tot zijn recht doen komen en zorgdraagt voor een uiterst soepel schakelende automatische transmissie. Wat dat betreft kunnen we heel kort zijn: de Renault Magnum is enorm opgeknapt dankzij alle Noord-Europese bemoeienis. De 460 pk sterke Euro5-krachtbron trekt als een lier en de Magnum is in alles een ontzettend fijne truck om mee te rijden. Hij is comfortabel, ruim, het zit goed en alles werkt erg logisch. In de klimtest laat de Dxi-motor zien dat hij zijn mannetje staat en alleen het indrukken van de kickdown is voldoende om de ‘power mode’ in te schakelen. Daarmee trekt de motor net wat verder door in toeren en dat komt de gemiddelde snelheid ten goede. Bij terugkomst blijkt ook het verbruik heel netjes te zijn, ondanks de wisselende condities tijdens de rit. Het AdBlue-verbruik is met vier liter op deze zware route ook gewoon keurig te noemen.

Conclusie
De nieuwe Renault Magnum 460 Euro5 is gewoon een fijne auto om mee te werken . Voorbij zijn de dagen van vaag sturen en navenant weggedrag. Natuurlijk hebben invloeden van buitenaf bijgedragen aan een aantal technische verbeteringen. Maakt het wat uit? Iedereen doet het met iedereen in de auto- en vrachtwagenindustrie. Die invloeden komen de Magnum alleen maar ten goede. Renault heeft zelf uiteindelijk nog een stevige stem in het kapittel als het gaat om het bouwen van deze strak sturende vrachtauto met goede verbruikscijfers. Het is een auto waar eigenrijders hun eigen identiteit aan kunnen geven. Een fraai visitekaartje is en blijft de Renault Magnum zonder meer.

Meepraten? Schrijf hier jouw reactie