Praktijktest DAF LF45.220
| 13:33 | Truckstar Redactie

Praktijktest DAF LF45.220

Stoplichtsprinter!

De DAF LF serie loopt al weer een tijdje mee maar het wordt toch tijd voor een nieuwe kennismaking. Er staat namelijk een heel nieuw zescilinder motorblok in de LF.  De test zal moeten uitwijzen hoe de combinatie met de AS-Tronic ‘Light’ in de praktijk werkt.

Voor de lichtste serie maakt DAF zoals bekend gebruik van componenten die elders worden ingekocht. Zo komt de cabine van Renault, de motor van Cummins en de versnellingsbak van ZF. Dat is natuurlijk geen schande. Een fabrikant als Volvo doet dat ook met de nieuwe FL trucks, alleen is de motor dan afkomstig van Deutz. Wat dat betreft heeft DAF een betere keuze gemaakt. De Cummins-motor loopt mooier en rustiger. Ook heeft DAF een andere visie dan Renault en Volvo aangaande het cabine interieur, terwijl ze alledrie met hetzelfde cabine-casco werken. Zo blijft in de LF de doorloop in de cabine intact en dat is in de distributie vaak erg handig. Verder is het hele interieur typisch DAF, compleet met de fraaie ‘cockpit’ die ook in de grote DAF’s zit. Ook aan de buitenkant is DAF erin geslaagd om een echt eigen gezicht aan de cabine te geven. Vooral aan de voorkant is het echt een ‘Dafje’ wat er aan komt rijden. DAF heeft ook een eigen zonneklep ontwikkeld voor deze cabine, en die staat ‘m goed. Puntje van aandacht is dat deze klep niet achteraf te monteren is. De bevestigingspunten zijn niet standaard aanwezig in de cabine en dat moet dus meteen mee besteld worden. Een ander punt is de AS-Tronic, geautomatiseerde versnellingsbak. Dat is een optie die weliswaar een stevige hand vol euro’s kost, maar voor dit werk is het zeker een aanrader. Volvo en Renault leveren in deze klasse nog steeds geen automaat.

Sprinter
De door ons gereden LF is een twaalftonner en maar valt toch precies in de internationaal populaire klasse van ‘maut killers.’ In Duitsland ben je mautplichtig vanaf 12 ton totaalgewicht. Met een vermogen van 220 pk is de LF een ontzettend fijn ding om mee te rijden. Ga maar na, ruim achttien pk per ton, dat wil wel! De LF toont zich een echte stoplicht sprinter en zelfs als je uiterst beheerst rijdt, schiet je nog lekker op. Met minder paardenkrachten zou de LF het ook beslist af kunnen en in dat geval staat er een viercilinder motor onder de cabine met een inhoud van 4,5 liter en 180 pk. De vermogens lopen voor de vierpitter uiteen van 140 tot en met 180 pk. Van de zescilinder motoren is de door ons gereden 220 pk versie het instapmodel. Daarnaast zijn er versies met 250 en 280 pk, die ons geschikt lijken wanneer er sprake is van aanhangwagenwerk. De zescilinder krachtbron heeft de naam Paccar op het kleppendeksel, maar de common rail motor is wel degelijk afkomstig van Cummins. Niks mis mee, Cummins heeft al jaren een ijzersterke reputatie op het gebied van truck motoren. De motor loopt prachtig rustig en doordat hij vermogen genoeg heeft, is er altijd ruim voldoende reserve. Ten opzichte van zijn Euro 3 voorganger is de LF in Euro 4 uitgerust met een compleet nieuw blok. De cilinderinhoud groeide met bijna een hele liter tot 6,7 liter en die krachtbron levert zijn maximale koppel al bij 1200 toeren. Dat merk je. De common rail motor pakt mooi op bij lage toeren en toont zich lekker soepel.

Praktijktest DAF LF45.220

Hoge instap
Het interieur is keurig afgewerkt en vooral ruim. Onze uitvoering is uitgerust met de AS-Tronic schakelautomaat waarvan de bedieningsknoppen naast de stoel zitten. Als je kiest voor een handbak dan staat de pook op die plek, en dus niet op een console aan het dashboard zoals bij de nieuwe Volvo en Renault types. Door de meer conservatieve plaatsing van de pook doet DAF de chauffeur niks te kort. Ergonomisch klopt het prima en bovendien blijft op deze manier het principe van een doorloop cabine overeind. Hierdoor kan de chauffeur als dat nodig is heel eenvoudig aan de linker, verkeersluwe zijde uitstappen. Door te kiezen voor de AS-Tronic wordt dat zelfs nog eenvoudiger aangezien je ook niet over een pook heen hoeft te klunen. De zit achter het stuur is prima, ook als je langer van stuk bent. De stuurkolom laat zich zowel in hoogte als in neiging aanpassen door middel van een schakelaartje. Het dashboard is keurig overzichtelijk en de info-display is zoals we dat gewend zijn van dit merk. Slechts één grote draai-klik schakelaar en dat is even simpel als doeltreffend. Er zijn nog steeds merken waarbij je hogere computerkunde gestudeerd moet hebben om alle informatie aan het display te ontfutselen maar DAF hoort daar dus duidelijk niet bij. Toch vinden we ook een minpuntje. De instaptrede is volgens de normen van BGZ Wegvervoer met 51 centimeter fors te hoog. Voor de distributie is de eis 35 centimeter maar aanbevolen wordt 30 centimeter vanaf de straat gemeten. Vooral voor kleinere chauffeurs zou dat hinderlijk kunnen zijn bij het veelvuldige in- en uitstappen wat nou eenmaal schering en inslag is in de distributie. Volgens de specialisten van DAF betekent een lagere instap meteen dat er een extra instaptrede nodig is. Die extra trede komt dan erg onlogisch tussen de eerste instap en de cabinevloer te zitten en dat werkt ook weer niet lekker. In de praktijk slaan mensen dan de onderste instap over waardoor de te overbruggen afstand nog groter wordt. Verder betekent een lagere instap een grotere kans op schade bij stoepranden en dergelijke, redeneert DAF.

AS-Tronic ‘Light’
De DAF LF rijdt erg lekker en de AS-Tronic ‘Light’ doet zijn werk uitstekend. Het gaat hier om de lichte versie van de AS-Tronic die we uit de grotere DAF trucks kennen en net als bij die zware versie gaat het hier ook om een volledig geautomatiseerde transmissie. De lichte versie heeft zes gangen en deze bak schakelt boterzacht en reageert mooi op het gas. Als je bij 50 kilometer per uur een gang wilt opschakelen dan kan dat met de drukknop, maar even het gas lichten heeft hetzelfde effect. De LF is welliswaar ook leverbaar met een handgeschakelde vijf, zes of negen- versnellingsbak maar de AS-Tronic heeft onze voorkeur. De meerprijs van de geautomatiseerde versnellingsbak betaalt zich niet alleen terug in een meer relaxte chauffeur, maar ook in minder slijtage aan de aandrijflijn. De maximaal beladen twaalftonner gedraagt zich voorbeeldig al heeft de vooras iets de neiging ‘door te slaan’ in de vering. Meteen op het eerste gedeelte van de testroute zit er een gat in de weg waar dat even gebeurt. Verder hebben we over de hele testroute geen klachten over de vering. De remmen werken met een vollucht systeem en dus nog niet met het Electronic Braking System, oftewel EBS. Dat merk je vooral als je voor het eerst remt. De vertraging is gewoon een fractie langer dan met EBS. Toch is het remgevoel een stuk beter dan bij de vorige LF-serie.

Binnendoor
Het zicht rondom is uitstekend en ook de spiegels zijn goed. Erg belangrijk natuurlijk in de distributie, want voetgangers en fietsers komen uit de meest onverwachte hoeken opduiken. Even wennen is het aan de grote frontzicht spiegel die prominent voor de voorruit hangt. Het is een raar ding om te zien maar het zicht vlak voor de truck is er wel door verbeterd. Je kunt nu tot op de centimeter met de bumper tot een obstakel rijden en dat is zonder zo’n spiegel toch een gokje. Zelf zouden we die verplichte extra spiegel liever in de linker bovenhoek van de ruit hebben. Door deze plaatsing is het apparaat wel heel erg aanwezig voor de voorruit. Nog mooier is de spiegel te vervangen door een camera en een monitor, maar dat kost weer het nodige extra. En dat is nou precies wat in dit segment het probleem is. Anders dan bij de lange afstands auto’s mag het in de distributie vaak niks kosten. Vandaar ook dat er geen airco in onze test-DAF aanwezig is. Ik zou er mee kunnen leven, maar dan zou ik wel die AS-Tronic aan boord willen hebben!

Meepraten? Schrijf hier jouw reactie