Praktijktest Mercedes-Benz Axor 1840LS Euro 5
| 16:08 | Truckstar Redactie

Praktijktest Mercedes-Benz Axor 1840LS Euro 5

Na de introductie in Turkije van de Axor in 430 pk uitvoering met Powershift, werd het tijd voor een test op onze eigen Ardennenroute. Deze keer kwam Mercedes-Benz met 30 pk minder op de proppen. Maar 400 pk voor 40 ton totaalgewicht is zonder meer voldoende.

Sinds de introductie van de nieuwe geautomatiseerde Powershift versnellingsbak in de Axor is er al weer nieuws te melden. Deze trekker is nu namelijk ook vrijgegeven voor het vervoer met 50 ton treingewicht en dat is vooral in het nationaal vervoer in Nederland erg belangrijk. Door het geringe eigen gewicht blijft er immers veel nuttig laadvermogen over. Dit maakt de Axor aantrekkelijk voor bulk- en tankvervoerders maar ook voor andere vormen van vervoer waarin per ton afgerekend wordt. Het eigen gewicht van onze trekker bedraagt precies 7.360 kilogram inclusief chauffeur, 450 liter dieselolie en 95 liter AdBlue in de tanks. Toch kan het nog lichter. Met de lage slaapcabine weegt de Axor slechts 6.700 kilo en dat is dan met inbegrip van de opleggerschotel, spatborden en Powershift versnellingsbak. Overigens wordt die bak in het tweede kwartaal van 2008 ook beschikbaar voor Axor bakwagens.

Powershift
De voordelen van de nieuwe geautomatiseerde Powershift spreken voor zich. Zo weegt hij 50 kilo minder dan de Telligent automaat, zijn de schakeltijden korter en bevat de bak minder slijtagedelen. Ook zijn er de kickdown en rangeermodus. Dat er minder onderdelen in zitten, komt doordat het om een ongesynchroniseerde versnellingsbak gaat. Dat is ook de reden voor de kortere schakeltijden en – uiteraard – die 50 kilo minder. Mercedes is daarin niet uniek, want DAF’s As-Tronic, MAN’s TipMatic en Volvo’s I-Shift zijn op hetzelfde principe gebaseerd. Eigenlijk loopt alleen Scania achter met zijn Opticruise; die is door zijn synchromesh verhoudingsgewijs traag en zwaar.
Maar goed, terug naar de nieuwe Powershift in de Axor. Voor de chauffeur is vooral de mogelijkheid om vanuit de eerste versnelling direct naar de achteruit en weer terug te kunnen schakelen, een hele verbetering. Bij de Telligent automaat moest je dan eerst steeds terug naar de neutraalstand en dat was wat omslachtig. Ook het rangeren gaat nu stukken soepeler. Eenmaal op weg vergeet je al snel wat er allemaal voor moois onder de cabine zit. Dat is het lot van de ingenieurs. Zolang er niks kapot gaat, realiseert niemand zich hoeveel technische hoogstandjes er aan boord zijn. De versnellingen worden lekker vlot gekozen en handmatig ingrijpen is heel zelden nodig. Zelfs op de steile hellingen in de Ardennen kan de bak het uitstekend zelf aan.

Interieur
Het interieur van de Axor werd al enige tijd geleden op het niveau van de Actros gebracht en alles ziet er dan ook keurig uit. Hier en daar is het iets minder, maar sober kun je de Axor beslist niet noemen. Opvallend is de hoge instap – een gevolg van het feit dat de cabinevloer op 136 centimeter boven het asfalt zit. Dat is, zeker in deze klasse, erg hoog. Je bereikt de cabine via drie riante treden, die trapsgewijs geplaatst zijn. Het is dan ook geen probleem om boven te komen maar in het distributiewerk zou het wel een trede lager mogen.
Opvallend goed is het zicht naar achteren. De spiegels zijn afkomstig van de Actros en staan ver van de relatief smalle cabine af. Daardoor heb je een prima rechtstreeks zicht, maar ook het beeld in de spiegels is goed. De klokkenwinkel in het dashboard is weinig feestelijk maar wel erg informatief. Heel Mercedes, dus. Verder is logische ingedeeld. Er zitten mooie aflegvakken op en onder het dashboard en in het midden boven de voorruit een kastje met klep. Verder is er nog een bergvak en zijn er DIN-openingen voor geluidsapparatuur en Mautkastjes. In het verhoogde dak is een fraai glazen luik aangebracht, wat voor extra licht in de cabine zorgt. Een rolgordijn en vliegenhor zijn standaard. Onder het bed vind je een koelkast met schuiflade, die je gemakkelijk kunt schoonmaken door hem er even uit te halen.

Slaapcomfort
Het onderbed is met 66 cm niet overdadig breed, maar de lengte van 206 cm maakt veel goed. Precies andersom is dat bovenin. Op de fraaie lattenbodem lig je heerlijk en met een breedte van 71 centimeter is te leven, maar hier schiet de lengte met slechts 190 cm te kort. Het is dan ook door deze slaapcabine dat we ons afvragen waarvoor deze auto nu eigenlijk bedoeld is. Gezien het lage gewicht kunnen wij ons voorstellen dat sommige chauffeurs hele weken op pad worden gestuurd met een Axor met een tanktrailer, maar riant is dat niet. Dit is meer een auto voor het zware distributiewerk, waarbij je zo nu en dan moet overstaan. Voor wie echt hele weken in zijn cabine moet wonen, heeft Mercedes betere oplossingen – zoals de Actros Megaspace. Toch biedt de Axor slaapcabine met hoog dak meer ruimte dan je aan de buitenkant zou vermoeden. Voor de bijrijdersstoel is er maar liefst 194 cm stahoogte en op de motortunnel is dat toch ook nog 163 cm. Omkleden doe je dus het beste voor de bijrijdersstoel. Onder het bed is voldoende bergruimte. De twee klepjes aan de buitenkant van de cabine zijn opgenomen in de spatbordranden en zitten eigenlijk onder de cabinevloer.

Goede indruk
Op Volvo-rijder André Stam komt het interieur van de Axor goed over, maar een echte auto voor internationaal werk vindt hij het niet. Daarvoor is er te weinig ruimte voor de chauffeur en zijn spullen. Stam reed een poos met een Mercedes Actros BlueTec en heeft daar prima herinneringen aan. Wel is hij aangenaam getroffen door de prettige rijeigenschappen van deze Axor. ,,Hij rijdt fijn en is erg rustig. Bovendien is er voldoende opbergruimte aan boord voor het werk waar de auto voor bedoeld is”, zegt André. ,,De Powershift is een sterke troef. Hij anticipeert vlot en soepel. Ook de gedeelde zonnekleppen en de prima zit achter het stuur spreken mij wel aan.” Maar er is ook wel wat kritiek: ,,Eigenlijk zou de Axor af fabriek met een dodehoek camera afgeleverd moeten worden”. Bovendien vindt André de Axor toch wat onrustig op het stuur: ,,Hij zoekt nogal. Misschien moeten er andere banden onder of zou de dealer het stuurhuis even moeten nalopen”, suggereert onze gastchauffeur. Het acceleratievermogen vindt hij dan weer een pluspunt. Al met al maakt onze Axor een goede indruk op André. Hij vindt het bovendien leuk dat Truckstar hem in staat stelt even met een andere auto op pad te gaan.

Vermogen
In tegenstelling tot de Actros, is de Axor voorzien van een zescilinder lijnmotor. Deze OM457 LA heeft een cilinderinhoud van 11,976 liter exact en levert 401 pk bij 1.900 toeren. Het maximale koppel van 2.000 Nm is al beschikbaar bij 1.100 toeren en dat merk je. We schreven al eerder dat we grote liefhebbers zijn van deze Braziliaanse zespitter en ons oordeel wordt ook nu weer bevestigd. Onderin de toeren is het echt een bijtertje en daarbij reageert deze diesel lekker vlot op het gas. Dezelfde motor is overigens ook leverbaar met 360 of 430 pk. Hoewel we de afgelopen keren veel ‘dikkere’ trucks over de testroute hebben gejaagd, vallen de prestaties van deze Axor beslist niet tegen. Natuurlijk merk je tijdens de steilste klimmetjes dat de snelheid wat terugvalt, maar daar staat dan wel weer een keurig verbruik tegenover. Bovendien kom je op de vlakke weg prima uit de voeten met tien paardenkrachten per ton.
De Axor gedraagt zich voorbeeldig en ook al zit je achter het stuur op grote hoogte, toch voelt hij erg stabiel aan. De besturing is lekker strak en van overhellen in bochten is geen sprake. Hij laat zich vlot rijden en alles gaat eigenlijk als vanzelf. Voor vloten met een wisselende bemanning lijkt dit een uitstekende keuze, want je hoeft nergens aan te wennen.

Stabiel
Ook de chauffeurs die we er mee laten rijden, vinden het een fijne en voorspelbare truck. De geringe cabinebreedte bevalt wat minder maar voor het regionale, of middellange afstand verkeer is dat geen punt. De hoge instap vinden de mannen niet erg. Daardoor zit je lekker hoog en als chauffeurs iets willen, dan is het een imponerende truck – óók in de distributie. Een van hen, Joost de Kant, rijdt een DAF met handbak en dat verkiest hij boven een automaat. Hij heeft wel automaatervaring met een Volvo. Geen succes, vindt hij. Joost is van mening dat je met een handbak meer controle over je auto hebt. Hij is wel iemand die snel went, want hij heeft de Axor binnen een mum van tijd onder de knie. Wat hem wel aanspreekt is dat je altijd met de hand kunt inbreken in het schakelmenu van de automatische bak. De Axor als zodanig maakt een gunstige indruk op Joost. De zit achter het stuur en het dashboard dragen zijn goedkeuring weg. Hij vindt dat de Axor goed afgeveerd is, maar eigenlijk zou je er een paar weken in moeten rijden om een goed oordeel te kunnen vellen. Toch heeft ook Joost kritische noten. De dodehoek spiegel had beter een bolle lens kunnen hebben want dan zie je meer, zegt hij. De spiegels vindt hij wat te smal en de bevestigingen te fors, waardoor ze onnodig veel zicht wegnemen. De cabine had ook van hem wat breder mogen zijn. ,,De Axor is wat ruimte en handling betreft geen vrachtwagen voor de lange afstand. Het is een echte distributietruck. Verder grijpt de automaat te laat aan”, aldus Joost de Kant. ,,Pluspunt is dan weer de vlotte acceleratie. Deze Axor rijdt niet verkeerd, maar het voorlopig is het niet mijn auto.”

Conclusie
In 2001 werd de eerste Axor geïntroduceerd als ‘no-nonsense’ truck voor de middellange afstand en het zware distributiewerk. Deze eerste generatie Axors was ook vrij eenvoudig van uitvoering, maar na de facelift in 2004 lijkt het een regelrechte concurrent voor de Actros te worden. Toch is er op verschillende punten een aanzienlijk verschil. Wie licht, compact en relatief goedkoop wil rijden, haalt met de Axor een uitstekend concept in huis. Maar wie naar het ultieme comfort voor lange reizen zoekt, is met de Mercedes-Benz Actros toch beter uit.

Meepraten? Schrijf hier jouw reactie