Wat zullen de gevolgen zijn van de nieuwe Wet Aanpak Schijnconstructies? FNV Bondgenoten liet onderzoek doen.
Waarschijnlijk wordt in december 2014 de nieuwe Wet Aanpak Schijnconstructies voorgelegd aan de Tweede Kamer. Deze wet zal opdrachtgevers eindverantwoordelijk maken voor het uitbetalen van lonen en het naleven van de cao door opdrachtnemers of aannemers. In het geval van sociale misstanden bij (onder-)aannemers van een opdracht zijn de opdrachtgevers zelfs juridisch aansprakelijk.
Deze wet zal onmiskenbaar gevolgen hebben voor het wegtransport, sowieso het binnenlands transport. In opdracht van FNV Bondgenoten, nam onderzoeksinstituut SOMO contact op met enkele grote opdrachtgevers in de chemie en met enkele grote Nederlandse (ADR-)transporteurs om inzicht te krijgen in die gevolgen. Daaruit rolde het rapport: ‘De invloed van opdrachtgevers op het sociaal beleid van transporteurs’.
Opdrachtgevers moeten werkwijze aanpassen
Een eerste conclusie in het rapport is dat opdrachtgevers hun beleid en werkwijze moeten aanpassen om mogelijke associaties met misstanden bij transporteurs te voorkomen. In bepaalde gevallen komen Nederlandse, gecertificeerde chauffeurs trailers laden bij chemische bedrijven, maar voert een goedkope buitenlandse chauffeur het daadwerkelijke binnen- of buitenlandse transport uit. Opdrachtgevers zullen nu zelf stappen moeten zetten om overtredingen van arbeidsrecht en ontwijking van cao’s door contractors en subcontractors te identificeren en aan te pakken.
Veel opdrachtgevers doen dat nu nog niet, zo blijkt. Hieronder staan enkele interessante quotes uit het SOMO-rapport, per opdrachtgever.
DSM
“DSM heeft in reactie op de huidige ontwikkelingen een beleid ontwikkeld waarbij het chauffeurs aan de poort controleert en test, maar neemt verder een passieve houding aan: het zegt niet te kunnen controleren of chauffeurs buiten het eigen terrein worden vervangen door goedkopere chauffeurs. Het bedrijf is ook niet op de hoogte welke subcontractors worden ingezet door de logistiek dienstverleners”, zo schrijft SOMO in haar rapport.
Cargill
“Ook Cargill heeft een tamelijk passief beleid, maar gaat een stapje verder dan DSM: het raadt transporteurs aan om een sociaal beleid te hebben en om duurzaam te werken, maar dit zijn geen bindende voorwaarden, en het bedrijf controleert hier momenteel niet op. Het bedrijf geeft wel aan dat het de intentie heeft om sociale aspecten in de toekomst wel op te nemen in audits.”
“Verder stelt Cargill duidelijke schriftelijke eisen aan het gebruik van subcontractors. Zij moeten aan exact dezelfde verplichtingen en kwaliteitseisen voldoen als de contract-houder. De hoofdaannemer is ervoor verantwoordelijk dat dit ook gebeurt. De namen en contactgegevens van alle subcontractors zijn bekend bij Cargill.”
Shell
“Shell zegt groot belang te hechten aan naleving van wet- en regelgeving door haar contractspartijen, ‘waaronder naleving van sociale verplichtingen van een transportbedrijf jegens haar werknemers’. Het bedrijf geeft aan dat het subcontracting slechts toestaat na schriftelijke toestemming te hebben gegeven aan een contractor en staat sub-contracting überhaupt niet toe voor bepaalde producten en spot-contractors. Shell voert audits en spot-checks uit bij contractors en bij subcontractors, en stelt dezelfde eisen aan subcontractors als aan haar contractspartij.”
“Shell stelt dat het ‘met regelmaat’ audits uitvoert bij transporteurs, waarbij wordt gecontroleerd op naleving van de rij- en rusttijden, snelheid, training van chauffeurs, en noodzakelijke vergunningen.”
AkzoNobel Industrial Chemicals
“AkzoNobel Industrial Chemicals werkt voor een groot deel van de Nederlandse opdrachten sinds meer dan dertig jaar met één transporteur die geen gebruik maakt van schijn- constructies en buitenlandse chauffeurs. Deze transporteur is gespecialiseerd in het vervoer van zuren en logen en werkt met goed opgeleide chauffeurs. In dit deelsegment van dit complexe chemische transport is de concurrentie iets minder groot dan in het vervoer van minder gevaarlijke stoffen.”
Toekomst voor de transporteurs
Toch ziet de toekomst er slecht uit voor Nederlandse transporteurs die uitsluitend met Nederlandse chauffeurs rijden. In het binnenlandwerk valt waarschijnlijk nog wel wat te redden, maar in het internationale transportwerk ligt het anders. Sommige transporteurs werken al met goedkope Oostblok-chauffeurs, anderen zullen er in de toekomst wellicht aan moeten, om de bedrijfsvoering gezond te kunnen houden, zo blijkt uit de antwoorden van transportbedrijven aan SOMO.
Nijhoff-Wassink
“Er zijn toch opdrachtgevers die waarde hechten aan kwaliteit, en daar hebben we langdurige relaties mee. Maar je hebt ook bedrijven waar je jarenlang keurig werk voor hebt verricht en die je dan bij een tender voor een één procent lagere prijs aan de kant schuiven.”
Limpens
“De laatste drie jaar raken wij trajecten kwijt – niet hele klanten, maar wel trajecten. Je krijgt een pak complimenten van de klant, maar de volgende opmerking is dan wel dat de tarieven omlaag moeten.
“We zijn heel lang heel strikt geweest: we wilden alleen werken met de beste materialen en de beste chauffeurs, maar we merken dat we naar een bepaalde hoek worden geduwd. We willen niet al onze klanten kwijtraken en willen ook blijven voortbestaan als bedrijf. Dat we misschien ooit gedwongen worden om ook met buitenlandse chauffeurs te gaan werken is een frustrerende gedachte. Helaas is het wel een mogelijk toekomstscenario.”
Limpens is een modern bedrijf dat hecht aan kwaliteit.
Albert Keijzer
“We hebben veertig jaar lang voor AkzoNobel Industrial Chemicals gereden met monochloorazijnzuur, een heel gevaarlijk product. De laatste jaren kregen we jaarlijks een nieuwe tender, en de prijs ging iedere keer omlaag. Jaar na jaar werd het krapper. Tot het op een gegeven moment te laag werd voor ons. Op het laatst zei ik: ‘als er één stoplicht op rood staat dan verdien ik niets meer, en dat gebeurt, dus ik stop ermee.’ En dat heb ik gedaan.”
Huidig gebrek aan controle
“Door een gebrek aan controles door overheid en opdrachtgevers is het in de huidige situatie relatief eenvoudig voor een transporteur om wet- en regelgeving en kwaliteitseisen van opdrachtgevers in de wind te slaan. Dergelijke overtredingen door transporteurs gaan vaak gepaard met uitbuiting van de chauffeurs. Opdrachtgevers doen tot nu toe geen actieve pogingen om het sociaal beleid van transporteurs te beïnvloeden en overtredingen worden nauwelijks opgespoord”, zegt SOMO-onderzoeker Fleur Scheele.
SOMO nam ook contact op met Bol.com, Wehkamp, Zalando, BAS Group, Coolblue, PostNL, DHL, GLS, FedEx, TNT Express, DPD, en UPS voor wat betreft de pakketbezorging.
SOMO staat voor Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen. Het is een onafhankelijke not-for-profit onderzoeks- en netwerkorganisatie. SOMO richt zich op duurzame ontwikkeling, zowel sociaal, ecologisch als economisch. Sinds 1973 onderzoekt SOMO multinationale ondernemingen en de gevolgen van hun activiteiten voor mens en milieu wereldwijd.
Openingsfoto: Truck laadt zout bij AkzoNobel. (ANP)