Pepels uit Urmond heeft onlangs een bijzondere Scania R500 8×4 XT met een ruime dagcabine met een hoog dak in gebruik genomen. Op het verzwaarde bakwagenchassis staat een Cappellotto vacuüm zuig/blaas installatie.
Met deze installatie is Pepels niet alleen in staat om grond, zand en grind op te zuigen, maar kan het ook water opzuigen. Tevens kan er met deze installatie stoffen als zand en grind teruggeblazen worden. Bijzonder is ook dat het voertuig zelfrijdend is en radiografisch op afstand bestuurd kan worden.
De installatie wordt ingezet op die plaatsen waar het werken met grondverzetmachines niet mogelijk is. Bijvoorbeeld vanwege de hoeveelheid kabels en leidingen in de grond. Maar Pepels wordt ook vaak gevraagd, om grond onder kruipruimtes weg te zuigen, kelders leeg te pompen of bouwpuin dat anders handmatig over een grote afstand naar de weg gebracht moet worden via een slang te verplaatsen.
‘Zuinig tijdens werken op PTO’
Hoewel het Pepels in eerste instantie om de installatie op de truck gaat, kiest directeur Paul Pepels ook bewust voor Scania. “En wel om meerdere redenen. Ten eerste vanwege het véél lagere brandstofverbruik tijdens het werken op de PTO. Dat is echt opzienbarend minder dan bij andere merken. Dit is de eerste vacuümzuiger die we kopen. Maar wel hebben wij al drie andere grondzuigauto’s waarbij de techniek gebaseerd is op een ventilatortechniek. De installaties op die trucks zijn bijna identiek, het merk truck eronder niet. We hebben geleerd dat onder gelijke werkomstandigheden, de Scania op de PTO per draaidag minimaal 35 liter brandstof minder verbruikt dan onze andere auto’s. Onze grondzuiger trucks maken nauwelijks wegkilometers. Gemiddeld amper 5.000 kilometer per jaar. Maar ze staan uren achtereen op een bouwlocatie op de PTO te draaien. Dan scheelt minimaal 35 tot zelfs 50 liter per dag substantieel op onze brandstofkosten.”
Lees ook: Volvo FH met zuig-/blaasopbouw voor Fihuma Groep
“De tweede reden is de uitstekende relatie met de Scaniadealer in Nuth. We hebben inmiddels drie nieuwe Scania’s gekocht. Ik vind het een mooie auto die super fijn rijdt en schakelt en die enorm degelijk is opgebouwd. Zeker in de XT uitvoering met zijn speciale robuuste stalen bumper, de roosters over de koplampen en de andere spiegels is het een stoere verschijning. Het past bij ons werk.”
43 ton
De auto is met één gestuurde 10 tons vooras, een dubbel aangedreven tridemstel, waaronder een 9 tons gestuurde naloopas, gespecificeerd op een optimale manoeuvreerbaarheid én een zo hoog mogelijk GVW. “Dat hij goed stuurt, is belangrijk want wij zitten altijd op plaatsen waar je met zo’n groot voertuig eigenlijk niet wilt zijn. Dat is ook de reden dat we voor een dubbel aangedreven tridemstel zijn gegaan: je hebt op een bouwplaats nét iets meer tractie. Verder hebben we gekozen voor de zwaarste chassisvariant met een innerliner. Leeg weegt de auto namelijk al 29,5 ton en het toegestane GVW is 37 ton. 7,5 Ton lading lijkt weinig maar we rijden vrijwel nooit vol over de weg. We hebben de auto zo laten uitrusten dat we technisch tot 43 ton kunnen gaan. Deze 12 kubieke meter grote vacuümzuiger kan via een ingenieus uitklap- en hoogkiep systeem zijn opgezogen lading in een 2,5 meter hoge containerbak kiepen. Op een afgesloten bouwplaats mag hij wel met 43 ton rijden en kan er dus zes ton meer in.”
Lees ook: 50ste Scania voor Houweling Transport is een 530S V8
Hij zuigt zich dus vol, rijdt op het bouwterrein naar de container, leegt en gaat weer verder. Daarvoor hoeft de chauffeur theoretisch niet eens in de cabine te zitten. “De chauffeur/machinist staat aan de achterkant van het voertuig waar hij radiografisch zowel de kraanarm waaraan de zuigbuis gemonteerd wordt, de vacuümmachine zelf én de complete truck kan bedienen. Op die manier kan hij dus bijvoorbeeld bij het maken van een sleuf, beneden dicht op zijn werk staan terwijl de auto gewoon met hem meerijdt. Het zuigen van sleuven is ook de reden dat wij altijd staande uitlaten monteren. Anders zouden de werknemers daar beneden continu op neushoogte met de uitlaat van de truck staan.”
‘Het oog wil ook wat’
Om al deze techniek aan te sturen, beschikt de truck over drie PTO’s. “De vacuüminstallatie draait op de motor PTO die bij 800 omwentelingen al voldoende kracht levert. Dan hebben we een PTO op de versnellingsbak die de hydraulische aandrijving, waarmee de auto zelf kan rijden, van energie voorziet. En dan is er nóg een versnellingsbak PTO voor een luchtcompressor en de hogedruk waterpomp. De luchtcompressor is ingebouwd om eventueel harde materialen in de bovenlaag los te hakken zoals beton, asfalt of andere verhardingen met behulp van pneumatisch handgereedschap. De hogedruk cleaner, waarvoor 350 liter water aan boord is, kan de chauffeur gebruiken om na de werkzaamheden zijn auto schoon te spuiten alvorens hij de weg weer opgaat,” aldus Pepels.
Dat Pepels deze keer voor een vacuüminstallatie kiest, heeft onder meer ook te maken met de zuigkracht voor natte en plakkerige materialen op lange afstand. “Ook is deze machine van zichzelf al veel stiller dan onze huidige ventilatorenmachines. De vacuümpomp staat netjes ingekapseld in een geïsoleerde kast achter de cabine. In woonwijken is dat heel prettig. Die kast is ook de reden dat we voor een hoge R-cabine hebben gekozen: dan heeft de chauffeur meer ruimte vanwege de bijna vlakke vloer. En de cabine sluit via een kleine spoiler prachtig aan op de technische ruimte. Voor het werk is het niet nodig. Maar het oog wil toch ook wat?”
