Het wegtransport in Europa blijft de toekomst hebben, aldus de voorzitter van de Transportcommissie van het Europees Parlement.
Dit is een beetje een open deur, maar tegelijkertijd een interessante opmerking uit Brussel, van het Britse Europarlementslid en voorzitter van de Transportcommissie, Brian Simpson.
Witboek
In maart 2011 kwam de Europese Commissie namelijk met haar Witboek voor het transport in Europa. In dat Witboek ligt de nadruk volledig op het milieuvriendelijker maken van het transport. Een zogeheten ‘modal shift’ van goederen naar het spoor, is één van de strategieën van de Commissie.
Vraagtekens
Simpson zet echter vraagtekens bij de haalbaarheid van het doel om in 2030 dertig procent van het goederenvervoer per spoor te laten gebeuren en vijftig procent in 2050, zoals omschreven in het Witboek.
“Ik zie een grote modal shift niet gebeuren”, zegt Simpson. “We zullen nooit nooit zestig of zeventig procent van de goederen op het spoor krijgen. Een meer realistisch doel is twintig procent.”
Problemen
Voor bepaalde transporttaken heb je nu eenmaal trucks nodig, vindt Simpson: “Treinen kun je niet overal laten rijden. Dit is een technische waarheid. Zo gauw als een trein bij een grens komt, ontstaan er problemen met andere bovenleidingsspanning en verschillende seinen.”
Tijdens de economische crisis verloor het Europese spoorvervoer een deel van haar marktaandeel aan het wegtransport.
Goederenvervoer per spoor kan wel degelijk concurreren met het wegvervoer, zij het beperkt. Relatief snelle treinen die zonder oponthoud grote hoeveelheden goederen over langere afstanden vervoeren (500 kilometer en meer), kunnen een goede vervanger zijn van het wegvervoer. Denk daarbij aan mijlslange dubbelgestapelde containertreinen in Noord-Amerika, die voorrang hebben op passagierstreinen.
Bron (o.a.): Road Transport – Foto: De goederentrein is zeker niet uitgerangeerd, maar met de huidige Europese rail-infrastructuur en al haar capaciteitsproblemen en oponthoud, blijft het spoor slecht concurreren met het wegtransport.