Het wil maar niet vlotten met de tunnel tussen Puttgarden en Rødby. Dat ligt vooral aan de Duitsers.
Denemarken wil de kosten voor de 18 kilometer lange Femern Bælt-tunnel zelf betalen, maar dan moeten de Duitsers aan hun kant de weg- en spoorverbinding verbeteren.
Juist daar nemen zij wel erg veel tijd voor. Het gevolg is dat het besluit over de aanleg nóg een jaar langer op zich laat wachten. En doordat Duitsland moeite heeft met de besluitvorming, kan het Deense projectbureau Femarn niet verder met de werkzaamheden.
De Deense minister van Verkeer, Ole Birk Olesen, steekt zijn ergernis niet onder stoelen of banken. Volgens hem draaien de Grünen elke steen drie keer om en eisen ze voor iedere grasspriet een milieu-effectrapport.
Nederlandse deelname
De Fehmarnbelt-tunnel, zoals de Duitse naam luidt, moet de huidige veerverbinding voor trein en wegverkeer vervangen. Vergeleken met de route via de bestaande vaste spoor- en wegverbindingen brengt hij Kopenhagen en de rest van Scandinavië 160 kilometer dichterbij.
De Nederlandse bedrijven Koninklijke Boskalis Westminster (Boskalis) en Van Oord nemen via de joint-venture Fehmarn Belt Contractors voor 300 miljoen euro deel in het project.
Recreatiegebied
Boskalis en Van Oord mogen de 16 kilometer lange sleuf uitbaggeren waar de tunnelsegmenten in komen te liggen. Van het baggerslib wordt aan de Deense zijde een nieuw recreatie- en natuurgebied opgespoten. Ook moet er een nieuwe werkhaven komen met een werf, waar de bouwers de betonnen tunnelsegmenten kunnen bouwen. Een filmpje over het project kun je hier bekijken.