Inmiddels zijn door heel Nederland diverse Volvo en Renault-dealers geïntegreerd. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? We namen een kijkje in Amsterdam.
In januari 2013 maakte Volvo Group bekend dat de truckdealer-netwerken van Volvo en Renault in Nederland in elkaar geschoven zouden gaan worden. Dat integratieproces is nu in volle gang en blijkt best een uitdaging, zo hoorden we onlangs bij Volvo Truck Nederland in Beesd. Toch verloopt het goed en zijn er inmiddels door het hele land diverse zogeheten ‘dual brand’- dealers ontstaan.
Een mooi verhaal, maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? En hoe ziet het werk voor de monteurs er nu uit? Waar lagen voor hen de uitdagingen? Zagen zij het wel zitten om een ander truckmerk erbij te krijgen, of worden zij er juist beter van?
Vestigingsmanager Wouter van Asten (links), plaatsvervangend werkplaatschef Rob Kok (midden) en Renault-monteur Ko Boef (rechts) vertellen graag over de samenvoeging van hun dealers in Amsterdam.
Bezoek aan dealer in Amsterdam
We bezochten Volvo Group Truck Center Amsterdam voor een antwoord en een sfeerbeeld. Gevestigd aan de Beiraweg in het Westelijk Havengebied was dit oorspronkelijk een mooie, ruim opgezette, in 2008 geopende Renault-dealer. Zo mooi dat de Volvo-dealer – die vier kilometer verderop zat, er bij ingeschoven is.
“We hebben hier op maandag 27 mei de deur geopend voor de Volvo-klanten” vertelt vestigingsmanager Wouter van Asten. “Het weekend daarvoor hebben we de verhuizing in eigen beheer gedaan. Van een klant hadden we een oplegger geleend en met de eigen terreintrekker hebben we heen en weer gereden. Er is hier een extra set wielheffers geïnstalleerd en aantal gereedschappen die we dubbel overhielden hebben we verdeeld over andere vestigingen.
Voorheen was dit exclusief een Renault-dealer; nu rij je er ook met je Volvo heen.
Wat vinden de monteurs, en waarom moest dit?
En dus konden de monteurs beginnen aan een nieuw, gezamenlijk hoofdstuk. Monteur Ko Boef hoefde zelf niet te verhuizen. “Ik was al Renault-man en werk hier al sinds 2009, een jaar nadat het pand openging”, zegt Ko. Maar de samenvoeging was geen kleinigheidje. “Het idee dat Volvo bij ons erbij zou komen moest bij mij vooraf wel even bezinken. Maar je neemt de informatie tot je, en ik zag het vervolgens echt wel zitten. Ik begreep ook de noodzaak van het samenvoegen.”
Die noodzaak was volgens Volvo Group eenvoudig. In Nederland waren bij Volvo de verkopen en het werk iets teruggelopen dankzij de crisis en concurrentie in het transport uit Oost-Europa. Bij Renault was het marktaandeel in 2012 zo’n drie procent. Ofwel 4.100 trucks, verdeeld over de 26 dealervestigingen. Dat waren slechts 158 trucks per dealer en dat was onhoudbaar.
Toch was het bij de Renault-vestiging in Amsterdam vaak alles behalve rustig. Ko Boef vervolgt: “Voorheen zaten we hier met vijf monteurs bij Renault en kwam je wel eens een mannetje tekort eigenlijk. Met tien man van Volvo erbij zou dat wat lucht geven.”
Goed gevoel
Ook plaatsvervangend werkplaatschef Rob Kok – voorheen van de Volvo-vestiging – was positief toen hij hoorde van de plannen: “Ik had er een goed gevoel bij. Ook omdat we het werk wel konden gebruiken. Dankzij de crisis was het allemaal wat minder geworden, maar nu hebben we een vestiging vol met werk.”
Volvo en Renault blijven elkaars concurrenten. Maar ze staan nu wel in dezelfde werkplaats.
Het andere merk: een uitdaging
Ko en Rob zijn voornamelijk aan het eigen merk blijven werken. Toch moeten ze soms ook met het andere merk aan de slag kunnen, en dat bleek wel een uitdaging. “Volvo en Renault-trucks verschillen op zich niet zo heel veel”, zegt Rob. “Maar daaromheen zitten bij Renault heel andere systemen dan bij Volvo, zoals voor het factureren bijvoorbeeld. Nu zijn ze bezig daar één systeem van te maken.”
“De zware trucks zijn motorisch hetzelfde”, vervolgt Rob. “Maar de cabines, bij de zware trucks zijn anders. De Midlum en de smalle Premium lijken zeer sterk op onze FE en FL. De Premium en de Magnum echter, daar moet je je weg in leren kennen ja. Maar je kan hier altijd aan een collega wat vragen!”
Renault en Volvo-techniek, gebroederlijk onder één dak.
‘We helpen elkaar graag’
De werksfeer lijkt in ieder geval goed te zijn tussen alle mensen, of ze nu een rood of blauw overall aan hebben. “Kijk, we zijn natuurlijk twee rivalen onder één dak”, grapt Rob. “Maar de bereidwilligheid is er van beide kanten. We helpen elkaar graag.”
Rob legt uit: “De sfeer is sowieso prima. Er worden zat goeie grappen gemaakt, maar het was voor ons ook aftasten met heel veel praktische dingetjes. In ons oude pand hadden we looplampen in iedere put hangen. Die hebben we hier niet; iedere monteur krijgt zijn eigen LED-lamp. Of hoe krijg je een liter olie uit de muur?”
Ko is het eens over de goede sfeer en omschrijft de samenvoeging pakkend: “Eigenlijk kan je het zien dat wij overvallen zijn door een hele Volvo-ploeg. Zij zijn een hecht clubje, en op hun beurt zijn zij uit hun vertrouwde omgeving getrokken en hier neergezet. En er stonden hier ineens enorme gereedschapsborden en karren, haha!”
Twee merken, goede grappen en goede collegialiteit in Amsterdam.
Inhaalslag
Die borden en karren hebben inmiddels hun plek gevonden en ook de kennis van het andere merk is aan het stijgen. “Toen ik bij Renault kwam in 2009 moest ik een inhaalslag maken”, legt Ko uit. “Ik had 22 jaar bij het eigen wagenpark van de Telegraaf gewerkt en daar lazen we de voertuigen nooit uit met diagnose-apparatuur. Dat heb ik hier allemaal geleerd. Die inhaalslag is goed gelukt vind ik zelf. Nu de Volvo’s erbij zijn gekomen voelt het alsof ik opnieuw hetzelfde meemaak”, aldus Ko. “Veel onderdelen zijn gelijk. Maar de kneepjes, daar gaat het om.”
Rob vult aan: “De oudere Magnums zitten wel iets anders in elkaar. Die hebben andere motoren en versnellingsbakken van ZF bijvoorbeeld. Alle documentatie is daar van beschikbaar natuurlijk, en ook de Renault-mannen hier weten er alles van. Verder hebben we aan het lichte gebeuren, met de Renault bestelbussen, eveneens veel werk. Daarvoor zijn al verschillende cursussen geweest en de jongens vinden het interessant! Wij worden van deze integratie betere en bredere monteurs.”
Wat zeggen chauffeurs?
Is dat voor de chauffeur die hier zijn truck brengt en ophaalt merkbaar? “Ik denk dat het een verrijking is naar de chauffeurs”, zegt Ko. Rob zegt: “Ja de chauffeurs zijn positief. Je hoort ze er wel degelijk over. En verder heeft Renault nu ook de T-serie. Die staat z’n mannetje wel tegenover de FH.”
In 2012 waren er vijftig Volvo-vestigingen verdeeld over tien zelfstandige Volvo-dealers in Nederland met 42 vestigingen en het Volvo Truck Center met nog eens acht vestigingen.Er waren tevens 26 Renault-vestigingen verdeeld over acht dealers met tien vestigingen, acht service-dealers en het Renault Truck Center met acht vestigingen.Dit jaar zijn daar negen ‘dual brand’-dealers van gemaakt, verdeeld over acht zelfstandige dealers en één Volvo Group Truck Center met elf vestigingen, oftewel in totaal 48 vestigingen. |
|
Vestigingsmanager Wouter van Asten kwam mee vanuit de Volvo-dealer: “Voor chauffeurs is deze dealer prima. Wat de trucks betreft is de aandrijflijn van de zware Renaults en Volvo’s gelijk. Dat is mooi. De lichtere voertuigen zijn een andere tak van sport. Daarvoor volgen de jongens nu trainingen. De diagnose-apparatuur van beide merken werkt ook iets anders.”
Vestigingsmanager Wouter van Asten kwam mee met Volvo en runt nu de nieuwe geïntegreerde dealer.
Superkans
Wouter zag de samenvoeging vanaf het begin zitten: “Ik was meteen positief. Dit is een superkans, ook naar onze klanten. Het is net als Volkswagen en Skoda; je verkoopt twee producten die onderhuids op elkaar lijken, maar op andere punten erg verschillen. We kunnen onze klanten gewoon een soort maatpak aanmeten.”
Wouter blijft in de kledingtermen als we vragen naar hoe het pand aan de Beiraweg bevalt: “We zitten hier uitstekend in ons jasje. In de toekomst kunnen we uitbreiden door de wasstraat een stukje te verschuiven. Voor Renault was dit pand iets te ‘over-sized’, nu zitten we hier gewoon goed.”
Ook Wouter ziet dat de samenwerking tussen de Renault- en de Volvo-mensen goed verloopt. “Het is sowieso een klein wereldje, ook tussen de truckdealers. Dus van een cultuurschok was geen sprake; even wennen was het wel. In het begin voelden de Volvo-jongens zich nog een beetje te gast in de nieuwe werkomgeving. Nu zijn ze hier gewoon thuis.”
Klik hier voor alle Renault-nieuws
Klik hier voor alle Volvo-nieuws
Klik hier voor het nieuwsoverzicht
