De EU werkt ‘social dumping’, ofwel uitbuiting, in de hand door de regelgeving rond de interne markt.
Dat concludeert het European Trade Union Institute, (ETUI), een onafhankelijk onderzoeks en trainingscentrum van de European Trade Union Confederation, een overkoepelende organisatie voor Europese vakbonden.
Sommige onderdelen van EU-regelgeving rond de interne markt kunnen een gevaar vormen voor de niveaus waarop werk en arbeid per land geregeld zijn, met social dumping of uitbuiting van werknemers als pijnlijk gevolg, zo stellen ETUI-onderzoekers.
Stimulans voor schijnconstructies en schijnzelfstandigen
Eén van de manieren waarop EU-regelgeving rond de interne markt social dumping stimuleert, is de vrijheid van vestigingsplaats. Volgens de Nederlandse onderzoeker Jan Cremers is hierdoor een ware bedrijfstak gecreëerd voor het oprichten en vestigen van bedrijfjes.
Daarbij gaat het vaak om postbus-constructies in de goedkope lonen-landen van Oost-Europa en het werken met schijnzelfstandigen.
Volgens Cremers is het enige doel hiervan om nationale regelgeving te omzeilen en arbeidswetgeving en verplichtingen ten aanzien van sociale zekerheid te omzeilen.
Oost-Europese chauffeurs uitgebuit in West-Europa
Voorbeelden hiervan kennen we genoeg in het wegtransport zoals postbus-bedrijven en andere vage schijnconstructies met de bedoeling om goedkope, Oost-Europese chauffeurs West-Europees (waaronder Nederlands) chauffeurswerk te laten doen.
Niet alleen worden hiermee West-Europese chauffeurs van de arbeidsmarkt verdrongen; de Oost-Europese chauffeurs die via dergelijke constructies te werk worden gesteld, worden vaak flink uitgebuit. Zij verkeren weken of zelfs maanden achtereen in West-Europa, kunnen met hun magere salarissen moeilijk rondkomen in West-Europa, leven op parkings en worden op veel plaatsen met de nek aangekeken.
Buiten werktijden is de parking ’the place to be’ voor de vele Oost-Europese nomaden langs de West-Europese wegen.
Veel Oost-Europese chauffeurs zeggen dat ze geen andere keuze hebben dan weken lang van huis zijn.
Labour mobility
Maar ook in andere sectoren, zoals de bouw gaat het mis en worden werknemers uitgebuit als gevolg van Europese regelgeving rond de interne markt, zo blijkt uit andere publicaties van ETUI.
Als werknemer mag je binnen de EU in principe overal werken. Dat heet ‘labour mobility’ en is een mooi idee, ook voor werkgevers. Zij mogen eveneens over de grenzen kijken en werknemers aantrekken uit andere landen. Maar ook dat werkt uitbuiting in de hand.
Uiteraard is het voor bepaalde werkgevers – vooral ook buiten de bouw – noodzakelijk om werknemers vanuit andere landen aan te trekken. Nederlandse tuinders, bollentelers, slachthuizen en boeren hebben (in het seizoenswerk en daarbuiten) grote problemen om op de Nederlandse arbeidsmarkt geschikte krachten te vinden. Ook voor universiteiten en hoger opgeleiden zijn de open grenzen een goede ontwikkeling, net als voor bedrijven die hoog opgeleid personeel zoeken en dat niet altijd in eigen land kunnen vinden.
Stevigere regels en aansprakelijkheid
Het zou daarom dramatisch zijn de grenzen weer dicht te gooien, maar er is wel veel ruimte voor verbetering, vindt Jan Cremers. Wat betreft de schijnconstructies pleit hij voor stevige regelgeving die geen ruimte meer geeft aan postbusconstructies maar slechts ruimte biedt aan echte, bonafide bedrijven.
Tevens pleit hij voor een betere aansprakelijkheidsstelling in het geval van schijnconstructies. Verder acht hij het wenselijk dat arbeidsinspecties beter gaan samenwerken en dat daadwerkelijk voldaan wordt aan opgelegde boetes en sancties. Cremers is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam als Senior Researcher bij het Amsterdam Institute of Advanced Social Labour Studies.