Het beton in vier Nederlandse wegtunnels is in het geval van een extreem grote brand mogelijk minder brandwerend dan gedacht. Dat meldt het ANP. Het gaat om de Salland-Twentetunnel (N35), Ketheltunnel (A4), Tweede Coentunnel (A10) en Koning Willem Alexandertunnel (A2). Deze tunnels zijn allemaal na 2008 opengesteld.
Minister Melanie Schultz van Haegen (VVD, Infrastructuur en Milieu) heeft dat dinsdag bekendgemaakt na een onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat. Volgens de minister zijn de tunnels veilig voor weggebruikers en zijn er geen redenen tot zorg: „De kans op een extreem grote brand in een wegtunnel is zeer klein en heeft zich in ons land nog nooit voorgedaan.”
Afspraken
Wel zijn afspraken gemaakt om te garanderen dat de hulpdiensten zoals de brandweer hun werk veilig kunnen blijven doen bij een tunnelbrand. De afspraken en maatregelen zijn per tunnel verschillend. Zo zal de brandweer in de Salland-Twentetunnel per keer bekijken of zij bij een vrachtwagenbrand de tunnel in gaat om hulp te bieden, of dat dit te gevaarlijk is voor het eigen personeel.
Vrachtwagenbrand
Rijkswaterstaat houdt de Ketheltunnel ‘met verhoogde aandacht’ in de gaten. In het geval van een vrachtwagenbrand wordt het hele tunneldak direct ontruimd. Sinds de dodelijke brand in de Mont Blanc-tunnel in 1999 gelden strengere regels. Van de vier tunnels, die zijn opgeleverd na 2008, kan op basis van de brandproeven niet met zekerheid worden gezegd of ze nog voldoen aan de brandwerendheidseisen. Minister Schultz van Haegen laat nog onderzoek doen naar de tunnels die zijn opgeleverd in de jaren tussen 2000 en 2008. Ook wordt gekeken naar mogelijke gevolgen voor tunnels die nog in aanbouw zijn.