Scania voorstander van Super EcoCombi: “Er staan voor 2025 en 2030 ambitieuze CO2-eisen voor de truckfabrikanten op de agenda en het kan niet zó zijn dat dat alleen een zaak is voor de truckleveranciers en de transportbedrijven. Alle betrokkenen zullen hieraan een bijdrage moeten leveren. Dan heb je het ook over brandstof- en energieleveranciers, bandenfabrikanten en overheden.”
Dat is de stellige overtuiging van Janko van der Baan, Managing Director van Scania Nederland. “Wij zijn vanuit Scania dan ook een groot voorstander van de recent door het Ministerie van I&W aangekondigde proef met de Super EcoCombi; de 32 meter combinatie waarbij één trekker twee volledige opleggers trekt. Binnen Scania hebben we daar overigens al uitgebreide ervaring mee en die is zeer positief.”
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Scania’s eigen SEC (Super EcoCombi)
Scania Transportlaboratorium is het eigen transportbedrijf van Scania wat het transport verzorgt tussen de verschillende fabrieken in Zweden en de hoofdassemblage-unit Scania Production Zwolle. Hier worden in de dagelijkse praktijk nieuwe technologieën en nieuwe concepten aan de tand gevoeld. Reeds in 2014 kreeg Transportlaboratorium ontheffing om op bepaalde trajecten in Zweden met een 32 meter combinatie te rijden. In de afgelopen 5 jaren zijn zo’n 4 miljoen kilometer aan data en ervaring bij elkaar gereden. In de praktijk blijkt dat neer te komen op een CO2-reductie van zo’n 25%.
“Dit betekent dat dit concept alle potentie heeft om een serieuze bijdrage te leveren aan de overall CO2-doelstellingen,” vult Van der Baan aan. “De EU heeft voor de hele branche ambitieuze CO2-doelen neergezet. De bijdrage hieraan van de truckfabrikanten is een verlaging van de CO2-uitstoot met 15% in 2025 en zelfs met 30% in 2030. De inzet van de Super EcoCombi is complementair en vergt geen grote investeringen van de branche. Het kan daardoor relatief snel worden toegepast. Uiteraard staat de veiligheid van de chauffeur en de overige weggebruikers op nummer 1. Dat moet dan ook goed onderzocht worden voor de Nederlandse situatie. Op basis van de 5 jaar dat Scania Transportlaboratorium actief is met de Super EcoCombi is er één incident geweest met slechts materiële schade. En de aanleiding daarvan had bovendien niets te maken met de lengte van de truck.”
Onlangs kondigde het Ministerie van I&W de start aan van een testtraject met de Super EcoCombi. Na een succesvol afgeronde test door o.a. de RDW zal voor een periode van twee jaar op bepaalde routes voor transportbedrijven die zich hebben aangemeld, een ontheffing gelden, Vanzelfsprekend zal de Super EcoCombi nooit in de binnensteden terug te vinden zijn. De (inter)nationale snelwegen zijn het dagelijkse domein van dergelijke voertuigen waarbij ze tussen warehouses en distributiecentra rijden.
Traject bespoedigen
Janko van der Baan hoopt dat meerdere (omringende) landen zich aansluiten bij de proef, maar is daar ook realistisch in. “We zien in de landen om ons heen dat men nu de eerste schreden zet in het standaard LZV-traject. Dus voordat zij toe zijn aan de volgende stap zijn we weer een paar jaar verder. Ik hoop wel dat zij echter niet allemaal weer het wiel willen gaan uitvinden en goed gebruik maken van de al bestaande ervaringen en documentatie. Vanuit Scania willen we deze graag delen om het traject te bespoedigen.”
Sinds 2018 vindt er in Spanje een test plaats met het ‘Twin Trailer’ concept, zoals ze het daar noemen. Daar heeft autoproducent SEAT, samen met haar logistieke partner, een ontheffing gekregen voor een Scania 32 meter combi voor het transport tussen de fabriek, nabij Barcelona, en Zaragoza. Dit ca. 300 km lange traject voert geheel over de snelweg. Naast Zweden heeft ook Finland uitgebreide ervaring met de Super EcoCombi.
Voor Van der Baan is de Super EcoCombi een logisch vervolg op de LZV. Overigens spreekt hij zelf liever over ‘Lang en Efficiënt’ dan over ‘Lang en Zwaar’ voor de normale EcoCombi. “Deze combinatie heeft zich in Nederland ruimschoots in de praktijk bewezen en heeft een vaste plek binnen de logistieke concepten; zelfs met (bio)LNG of HVO als brandstof. Daardoor is dit een uiterst efficiënte en snelle oplossing om kosten en CO2 te sparen per ton gereden kilometers. Uiteraard is dit alleen mogelijk op trajecten die zich daarvoor lenen, maar die zijn er in Nederland voldoende. De focus op het gewicht is hierbij verplaatst naar efficiency. Wij kunnen onze ogen niet sluiten voor de impact op de infrastructuur. Niemand wil nog een keer een situatie zoals met de sluiting van de Merwedebrug bij Gorinchem.”