Wat? Een V8 met maar liefst 620 pk? Het moet niet gekker worden, maar dat zeggen we elke tien jaar.
Wat? Een V8 met maar liefst 620 pk? Het moet niet gekker worden – zeggen we elke tien jaar. Maar telkens wordt het nóg gekker en na een tijdje vinden we dat heel gewoon.
Deze keer laat dat ‘andere’ Zweedse merk zien dat het nog gekker kan. In deze test beperken we ons even tot ‘slechts’ 620 paarden en een koppel van 3.000 Nm. Brandende vragen: kun je al die paarden wel in toom te houden en hoe dorstig zijn ze?
Scania vervingen de oude 14 liter V8 een paar jaar geleden door een helemaal nieuw ontwikkeld exemplaar met een cilinderinhoud van 16 liter. Die is nu leverbaar met vermogens van 500, 560 en 620 pk. De lichtste variant is leverbaar in Euro 4 en 5 uitvoeringen, de twee zwaarste voorlopig alleen als Euro 4. Voor alle V8 motoren van Scania geldt voorlopig nog wel dat je met AdBlue te maken krijgt. Zoals bekend is Scania, samen met MAN, overtuigd van de voordelen van EGR, maar bij de V8 motoren lopen ze met die technologie tegen koelingproblemen op. Dat komt door de bouw: bij een V-motor staan de cilinders in twee rijen naast elkaar. Door zijn eenvoudige constructie laat een lijnmotor zich veel gemakkelijker koelen. Bij het EGR-systeem (met uitlaatgasrecirculatie) loopt de temperatuur wat hoger op en daarom past Scania hier dus SCR technologie toe, compleet met AdBlue. Dat maakt meteen ook het einde aan het tijdperk der open uitlaten. Natuurlijk is de SCR-installatie wel te omzeilen met een klep in de pijp, maar dat is illegaal. Het Euro 4 certificaat wordt daarmee namelijk ongeldig en dan mag zo’n truck niet langer het verkeer in. Of dit naast een boete voor een economisch delict ook nog een extra milieuheffing oplevert is ons niet bekend, maar wij zouden het niet riskeren. Toch klinkt de bekende V8 roffel ook met het standaard uitlaatsysteem nog erg indrukwekkend. Het grote voordeel is echter dat je er in de cabine geen last van hebt. Onze testwagen was zelfs extreem stil: bij 80 kilometer per uur en met gesloten zijruiten gaf onze meter 63 dB(a) aan, en dat is uitstekend.
OptiCruise
Achter de V8 is de jongste generatie OptiCruise versnellingsbak gemonteerd. Het lichtgewicht aluminium huis bespaart op kilo’s, maar qua schakeltijden kan deze geautomatiseerde synchromesh transmissie zich niet meer helemaal meten met de concurrentie. Tussen de versnellingen in heeft de bak even tijd nodig en dat is precies lang genoeg om de turbodruk te laten zakken. Niet dat de 620 pk sterke Scania niet vlot optrekt, maar het zou allemaal nog net even beter kunnen.
Op de eerste dag rijden we een rondje om te wennen. Na verloop van tijd voelt zelfs zo’n 620 pk sterke truck vrij normaal, maar dat geldt niet voor de chauffeurs die net uit hun eigen auto stappen. Zo rijdt Marc Hekman normaal met een Volvo FH12 420. Hij is daar tevreden over, maar deze Scania is iets heel anders. De OptiCruise schakelautomaat is even wennen, hoewel Marc vroeger met het oude Volvo Geartronic systeem gereden heeft.
Marc is goed te spreken over die nieuwe R. De zit achter het stuur, de spiegelbezetting en de bereikbaarheid van alle schakelaars op en om het dashboard scoren hoog. Dat geldt ook voor het rijden met de R620. Aarzelend vraagt Marc ons of de trailer geladen is. Als we dat beamen, is hij opgetogen over de trekkracht de R620. Hij verwachtte dat zo’n milieubewuste Euro 4-motor wel wat afgeknepen zou zijn, maar het tegendeel blijkt waar. Ook in een heftige stortbui blijft de R620 volgens Marc prima sturen. ,,Die spiegels zijn prima maar ik zie de trailerspiegels toch liever onder de hoofdspiegels, zoals bij Volvo. Het zal wel een kwestie van wennen zijn’’, zegt onze gastrijder. Verder spreekt Marc van een aangename kennismaking met de Scania R620 Topline. Bedenkingen heeft hij hooguit tegen het AdBlue tanken. Hij zou liever een Euro 4 voertuig zonder zo’n tankje hebben. Alleen wordt het dan wel een zescilinder!
Koersvast
Karel van der Meer zet zijn DAF XF95 380 net aan de kant om rust te gaan maken, maar voor hij het weet zit hij weer achter het stuur. Met plezier stelt hij zijn maaltijd even uit om ‘onze’ Zweed te proberen. Ook al is Karel DAF-man in hart en nieren, de gelegenheid om even met zo’n vette V8 aan de haal te gaan, laat hij zich niet ontnemen. Onder andere omdat zijn 95XF ook een automatische bak heeft – waar hij niet bijzonder blij mee is. ,,Ik vind de AsTronic in mijn DAF te traag, ik kan er slecht aan wennen’’, zegt hij.
Als alles goed ingesteld en uitgelegd is, gaat het gaspedaal naar beneden. De rust in de cabine valt hem direct op. ,,Je hebt er geen idee van wat voor geweld er onder de cabine staat te werken. Trouwens, ook niet van het gewicht wat we voorttrekken.’’ Karel vindt de Scania R620 prima sturen. ,,Je hoeft nauwelijks te corrigeren; zelfs spoorvorming krijgt hem niet uit de koers.’’ Zoals bekend heeft het laatste stuk tot de grens bij Venlo veel last van spoorvorming, maar de R620 geeft geen krimp. Tijdens een pauze bekijkt Karel de cabine eens wat beter. Hij mompelt tevreden. ‘Echt Scania’, is de eindconclusie. Geen negatieve opmerkingen dus. Ook de retarder doet zijn werk overtuigend en dat is rustgevend. De flessenhouder is een uitkomst, net als de bekerhouder. Weer terug op onze basis in Asten, zegt Karel dat zijn werkgever – wat hem betreft – morgen best een Scania R Topline R620 voor hem mag bestellen. Dat gedoe met die AdBlue neemt hij graag op de koop toe.
Relaxed
Tijmen Balk rekt zich uit als hij de cabine van zijn DAF XF95 380 verlaat. Hij verlangt naar een frisse douche en een stevige maaltijd, maar voor Truckstar wil hij het stuurwiel nog wel even beetpakken. Als hij eenmaal goed en wel in de Topline cabine geïnstalleerd is, ziet hij dat de Scania een automatische bak heeft – maar dan wel met een koppelingspedaal voor het wegrijden en stoppen. Tijmen, een ouderwetse, verstokte schakelaar, neemt de uitdaging aan en start de motor. Het duurt niet eens lang voor dat hij toegeeft dat het toch wel relaxed is, zo’n automaat. Hij voelt zich steeds beter op zijn gemak. De Scania rijdt prima en die automaat is helemaal zo’n slecht idee nog niet. De bediening van de retarder en de cruise control op het stuurwiel voldoen ook, het zicht rondom is prima en Tijmen is weg van het dashboard en de zitpositie. ,,Die automaat valt me niet tegen en ik vind het een heel fijne auto. Alleen het bed is niks. Dat hebben ze bij DAF beter begrepen. Ook de kastruimte is niet echt ruim bemeten in deze Scania, maar vermogen en trekkracht maken veel goed!’’
Knoppen
Op onze testroute door de Ardennen hebben we het prima naar de zin. Comfortbel gezeten op luxe leder en met genoeg pk’s om een zwaartransport combinatie mee voort te zeulen, valt het leven als chauffeur geweldig mee. De OptiCruise versnellingsbak heeft een prise-direct als hoogste versnelling en in combinatie met de 3,80:1 achteras en de 315/70 banden draait hij bij 80 kilometer per uur slechts 1.200 toeren. Daarmee zit de V8 prachtig midden in het groen en heeft hij nog genoeg over voor een kleine helling. Dit alles zorgt voor comfort op hoog niveau. De zitpositie is, zoals altijd bij dit merk, uitstekend en we voelen ons snel thuis achter het stuur met de Griffioen erop. Uiteraard is er ook wat kritiek, maar daarvoor zijn we nu eenmaal journalisten. Eén van die puntjes betreft de plaatsing van de schakelaars van de cruise control op het stuurwiel. Die zitten onderin, ter hoogte van je navel, zeg maar. Het zou handiger zijn om die knoppen te verplaatsen naar de linker spaak van het stuur, zodat je ze met een simpele druk van je duim kunt bedienen, zonder dat je je hand hoeft te verplaatsen.
Conclusie
De R620 is een beer van een truck, dat staat voorop. In de stemmig groene uitvoering met het nieuwe Scania stickersetje ziet hij er stoer uit en dat is hij dan ook. Comfort op hoog niveau, hoge gemiddelde snelheden, zelfs in de bergen en een ruime cabine met een riante werkplek. Dat is in het kort waar het op neerkomt. Jammer dat Scania nog steeds gelooft in dat koppelingspedaal en ook aan dat onderbed kunnen we maar niet wennen. Verder is het een truck waar menigeen liever vandaag dan morgen in stapt. Het verbruik ligt logischerwijs wat hoger dan bij de zescilinder motoren, maar daarvoor krijg je beslist heel veel terug. Of dat die extra druppels waard is, moet iedereen voor zichzelf beslissen.