Met januari alweer bijna ten einde, is de kop er zogezegd weer af. Niets aan verloren deze maand. We laten grijze, grimmige dagen achter ons en wagen een poging om met een positieve blik voor uit te kijken. Dat is nog best lastig, want in ons kleine land buitelen de wetenschappers en politici over elkaar heen en levert de consensus een lappendeken aan maatregelen op waar niemand baat bij heeft. Dat is dan in ieder geval weer wel eerlijk. Terwijl we van het ene bijkomen, lopen we leeg op de energiekosten – het chagrijn blijft op die manier nog wel even om ons heen hangen.
Maar er is een manier om daar niet aan toe te geven. Zo hebben we dit jaar eindelijk weer zicht op een Festival en zijn we alvast begonnen met de voorbereidingen. Naast werk levert dat gelukkig ook veel voorpret op. En verder kan een mooie reportage ook wonderen doen voor het humeur. In deze Truckstar vind je er meerdere die de zinnen zullen verzetten. Wat te denken van een roadtrip met twee klassieke Scania’s door Noorwegen, of de rit van Aariën Geldhof naar Italië, ook mooi is de liefde die chauffeur Arie Hoeke voor zijn DAF XF 105 uit 2005 met ons deelt en heb je altijd al willen weten wie die Marc van Rossum is, die voor de rubriek Jong al 15 jaar jonge chauffeurs ondervraagt? In deze Truckstar beantwoordt hij voor de verandering zijn openhartige vragen zelf.
Dit en nog veel meer vind je in nummer 2-2022 van Truckstar. Kijk voor een uitgebreide preview hieronder. Je kunt nummer 2 nu online of in de winkel kopen. Maar wil je nooit meer iets missen, word dan abonnee – dan ontvang je alle nummers van Truckstar én de Specials gewoon in de brievenbus.
De wegen zijn glad rondom het douanekantoor in het Franse bergstadje Pontarlier, gelegen op 837 meter boven de zeespiegel. De sneeuw is knisperend vers. Het is negen graden onder nul wanneer Aariën en zijn collega Dino Verleysen (57) rond zeven uur ‘s ochtends op hun klompen het douanekantoor binnenwandelen om hun papieren in orde te maken; mondmasker voor, muts op, goed geluimd. Het is de maandag in de week voor Kerstmis en als alles net zo voorspoedig verloopt als tot nu toe, lukt het vast om voor kerstavond weer thuis te zijn.
Dit wordt geen verhaal over een kilometermiljonair die zorgeloos de twee miljoen kilometer heeft gehaald. Daarvoor kennen de monteurs van transportbedrijf E. van Wijk uit Giessen nummer 249 iets te goed. Als dat maar goed komt, schiet het door mijn hoofd als ik naast Arie in zijn kilometermiljonair, een DAF XF 105.510 Super Space Cab 4×2-trekker uit 2005, plaatsneem. Toen hij zes jaar geleden van de planning de vraag kreeg of hij vast met nummer 249 wilde gaan rijden hoefde hij daar geen seconde over na te denken. Hoe kun je zo enthousiast reageren op een trekker waar eigenlijk al het beste van af is? Arie begint aan zijn opsomming van argumenten.
Sinds begin dit jaar rijdt Andy op een MAN TGS Commander. ,,De uitvoering waar ik op rijd, heeft een kleinere cabine”, zegt Andy. „Verder is hij origineel en is de truck naar mijn weten de enige Commander in het land die is uitgevoerd als motorwagen.” Het is de enige truck met een koeler die kan worden ingesteld van min 35 graden tot plus 25 graden Celsius. Om die reden rijdt hij om de twee weken op Engeland om biologische wormpjes te laden, die gekoeld moeten worden vervoerd tussen de twee en vijf graden Celsius. Maar vandaag maken we een distributierondje Friesland.
Nog maar een paar maanden rijdt Dennis Burger (35) met een schuifvloeroplegger bij Laurens Janmaat. Na vijftienjaar in de distributie, afgewisseld met af en toe een tanktrailer, was het tijd voor wat nieuws. Dennis viel gelijk met zijn neus in de boter. De vacature was voor de nieuwste Volvo binnen het uit drie trucks bestaande wagenpark van Laurens Janmaat (24). „Dit was de eerste nieuwe vrachtwagen die hij kocht en hij is nu dik een half jaar oud”, vertelt Dennis. Met een eigen schuifvloeroplegger rijdt hij voor TML. „Met ons vijven rijden we in het losgestort door Nederland”, aldus Dennis.
Eind 2009 hoorde Jan Land dat Mack-specialist Martien Monné uit IJsselstein in 1994 een originele 1,5-tons Junior 21MB uit 1937 in Amerika op de kop had getikt. De oldtimer was vrijwel geheel uit elkaar genomen en in kisten verpakt. De totaal verrotte cabine was in een container opgeborgen. „Omdat Martien door tijdgebrek nooit aan de restauratie was begonnen, kon ik dat ‘bouwpakket’ na vijftien jaar wel van hem overnemen”, zegt Jan. “Toen had ik wel een dilemma, want wilde ik wel een volledige restauratie gaan doen? Na menig nachtje slapen en de wetenschap dat dit de enige Baby Mack in Europa zou zijn en dat die niet verloren mocht gaan, heb ik toch ja gezegd’’.