De Veenendaalse truckfabrikant Ginaf vindt dat het zijn Nederlandse klanten de afgelopen jaren heeft verwaarloosd. Het bedrijf gooit het roer om en gaat zich weer toeleggen op de Nederlandse markt. Dat is mogelijk nadat de Chinese eigenaar van het truckmerk onlangs de aandelen verkocht aan het management.
Ginaf is producent van speciale voertuigen, met name voor de bouw. De Veenendalers fabriceren speciaal voor de Nederlandse markt voertuigen met een GVW van 50 ton. In 2011 ging het bedrijf failliet en werd het overgenomen door CHTC uit China. De Chinezen hielden het merk niet alleen overeind, maar investeerden ook flink in nieuwe producten. Zo werd er een mijnbouwtruck ontwikkeld voor de internationale markt.
“De markt waar Ginaf oorspronkelijk sterk was, werd echter verwaarloosd”, zegt Roeland van der Woude, de huidige algemeen directeur van Ginaf. “We zijn vervreemd van de Nederlandse transportondernemingen.”
Nieuwe start
Toen de Chinese eigenaren aangaven dat ze van Ginaf af wilden, stak het management de koppen bij elkaar. Met de hulp van een familielid van één van hen lukte het de Chinezen te overtuigen het bedrijf aan hen te verkopen. Dirk Inia is de technisch directeur: “We gaan de truck voor de mijnbouw niet afstoten. Als er een klant komt, kunnen we hem nog bouwen, maar de verkoop ervan krijgt geen prioriteit meer. De aandacht gaat vooral uit naar de Nederlandse markt.”
Lees ook: Ginaf Trucks weer Nederlands na management buy-out
Naast de mijnbouwtruck investeerde Ginaf ook in elektrische voertuigen. De uitdaging is om ook voor de bouw een dergelijk voertuig in de markt te zetten. “In diverse steden zijn vanaf 2025 alleen nog elektrische vrachtwagens welkom, dus wij denken dat dat een groeimarkt wordt”, zegt Van der Woude. Ginaf heeft een eigen elektrisch aandrijflijn ontwikkeld, met behulp van bestaande componenten.
In de fabriek van Ginaf wordt vooral weer gewerkt voor Nederlandse klanten, zeggen Ronald van der Woude (links) en Dirk Inia.
Tekst en foto’s: Marc van Rossum
