In de Amsterdamse binnenstad is een omweg van vier kilometer en twintig minuten rijtijd in de maak.
Dat meldt branche-organisatie TLN. De gemeente Amsterdam is van plan om een zogeheten ‘knip’ te construeren in de Prins Hendrikkade.
Met deze knip – voor het Centraal Station – kan doorgaand verkeer straks niet langer gebruikmaken van de Prins Hendrikkade om van oost naar west en omgekeerd te rijden.
Rondje binnenstad
Niet alleen TLN signaleert het probleem. Ook nieuwszender BNR vroeg zich af wat gevolgen voor chauffeurs zullen zijn. Verslaggeefster Roos Abelman stapte in bij chauffeur Marco Kamperdijk van Veldhuizen Transport uit Zaandam en reed een rondje mee door de binnenstad, zie onderstaande video.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Omrijden: 4 kilometer, 20 minuten, 4 miljoen euro
Verkeer wordt dankzij de toekomstige knip gedwongen om via de nieuwe Michiel de Ruytertunnel te rijden of via de Stadshartlus. Het afrijden van de Stadshartlus via De Munt betekent vier extra kilometers en minimaal twintig minuten extra rijtijd, afhankelijk van de drukte.
Dagelijks rijden er zo’n duizend trucks het centrum van Amsterdam in om de binnenstad te bevoorraden. Als een deel van deze trucks iedere dag de omweg moet afleggen, kost dit vier miljoen euro per jaar, zo heeft TLN berekend.
Toenemend aantal trucks onwenselijk
Bovendien is een toenemend aantal trucks op de Stadshartlus om verschillende redenen, waaronder gevolgen voor de verkeersveiligheid, onwenselijk.
Omrijden via de Michiel de Ruytertunnel achter het Centraal Station kost ook extra rijtijd en kilometers. Bovendien zijn de viaducten aan weerszijden van het Centraal Station te laag om al het vrachtverkeer te verwerken. Er zijn plannen om dit te verbeteren, maar wanneer dit zou gebeuren is nog niet bekend.
Overigens zijn de plannen voor de knip in de Prins Hendrikkade al enkele jaren bekend. Een oplossing laat dus al lange tijd op zich wachten.
Openingsfoto: Dankzij een duizendtal trucks liggen de schappen in de Amsterdamse binnenstad iedere dag vol met alles wat de stad nodig heeft, en worden alle restaurants, hotels en kantoren bevoorraad. Dat die bevoorrading van levensbelang is voor de stad, is kennelijk niet voor iedere beleidsmaker even duidelijk.