Van der Donk Sierbestrating uit Vinkel nam onlangs een nieuwe Scania R580 V8 8×2/*6 bakwagen met een gestuurde voor- en naloopas in gebruik. Het is de tweede V8 met 580 pk die het bedrijf aanschaft.
“Ik koop voornamelijk V8-motoren vanwege mijn chauffeurs. Sommigen werken hier al 40 jaar,” vertelt directeur Eugene van der Donk over zijn keuze.
Van der Donk Sierbestrating is een gerenommeerd adres in de regio als het gaat om alle vormen van bestrating. “Van een recht door zee betonnen klinker tot een exclusieve tegel of natuursteen, wij kunnen het leveren”, vertelt Eugene over het familiebedrijf. “De focus op sierbestrating is overigens van de laatste jaren want oorspronkelijk begonnen wij als transportbedrijf.”
Leegritten
Dat is Van der Donk in zekere zin nog steeds. Want behalve dat het bedrijf ook nog in de aannemerij zit, rijden de chauffeurs van Van der Donk ook steeds meer voor MBI-De Steenmeesters in Veghel. “Dat zijn ritten die heel goed in ons eigen werk passen. Ze zorgen ervoor dat we veel minder leeg rijden en dat is niet alleen efficiënt voor de bedrijfsvoering, maar ook beter voor het milieu. Dat is wel bijzonder want in de bouw heb je doorgaans juist veel leegritten: je neemt immers bijna nooit stenen mee terug”, geeft Eugene uitleg.
Van der Donk gaat de nieuwe Scania R580 V8 op de langere ritten inzetten. “Een normale rit voor die auto begint ’s ochtends voorgeladen vanuit Vinkel naar Kampen met stenen voor de MBI Beton. Die lost de chauffeur daar op het terrein of bij klanten in de buurt. Dan laadt hij weer stenen terug die wij zelf nodig hebben en rijdt die uit bij ons in de regio. Vervolgens doet hij nog een ritje en eindigt uiteindelijk weer voorgeladen voor de volgende dag bij de MBI in Veghel. Op die manier rijdt de truck toch ook nationaal in de stenen zo’n 120.000 kilometer per jaar. Maar mijn andere auto’s blijven veel meer in de buurt en komen niet verder dan een 60.000 per jaar. Die maken bijna net zoveel PTO-uren als kilometers.”
Drie sturende assen
Ondanks het feit dat de nieuwe Scania R580 de meeste kilometers op de snelweg maakt, koos Van der Donk in overleg met de Scaniadealer in Veghel toch voor een vierasser met één aangedreven as en drie sturende assen. “Dat zit met name in de laatste kilometers. Dan gaan vaak de woonwijk in. Daarom staat er ook een wipkar achter deze Scania: die kan de chauffeur makkelijk even afkoppelen. Soms moet hij dan de tassen stenen even overpakken met de Hyva kraan die achterop de bakwagen staat. Onze andere R580 is een 8×4; dus met twee sturende voorassen. Maar bouwplaatsen zijn tegenwoordig eigenlijk altijd verhard. Wij komen dus nooit van de weg af. Daarom durfden we het nu aan bij de nieuwe te kiezen voor één aangedreven as in combinatie met een gestuurde voor- en naloper. Dat manoeuvreert toch nóg strakker en daar hebben we straks veel plezier van in de woonwijken.”
Bijna alleen maar Scania
Dat Van der Donk nagenoeg alleen Scania rijdt, heeft voor het grootste deel te maken met de relatie met de Scaniadealer in Veghel. “Daar ben ik zeer tevreden over. De laatste 14 jaar heb ik bijna alleen Scania’s gekocht. Of het moest zijn dat de chauffeur persé iets anders wil. Dan ga ik daar vaak in mee want de meeste chauffeurs werken hier al héél lang. Sommige zitten hier al bijna 40 jaar. We hebben net twee pensionado’s uitgezwaaid en we krijgen er de komende tijd nog weer twee; zolang blijven ze hier. Dat is van onschatbare waarde voor het bedrijf. Dat is ook de reden waarom ik ook nu weer een V8 koop. De chauffeur die met die auto gaat werken, rijdt dat nu ook. En ik moet zeggen: op die zeven tot acht jaar dat wij met een voertuig doen, vind je die meerkosten niet terug. Dus als ik daarmee mijn chauffeurs een plezier doe, wil ik daar niet lang over nadenken. Net als bij het onderhoud. Ik heb bij Scania Veghel een onderhoudscontract afgesloten voor zeven jaar. Dus die zorg heb ik ook niet.”
Opbouw
Het is niet alleen de dikke achtcilinder motor waarmee Van der Donk zijn personeel tegemoet komt. Hij zorgt ook voor een mooie opbouw. “Een truck is gereedschap, dus laat het dan góed gereedschap zijn. Daar denken we wel over na. Zo kiezen wij voor een normale dakhoogte: dan kun je makkelijker over de cabine heen kranen. Ik wil ook veiligheid. Dus koop ik een retarder, zet er boven de standaard veiligheidsvoorzieningen nog ACC op en LED-werklampen en voldoende camera’s. Want ik wil er zeker van zijn dat de chauffeur helemaal om zijn voertuig kan kijken tijdens het manoeuvreren.”