Bijzondere verhalen uit 40 jaar Truckstar. In deze Truckstars Throwback Thursday gaan we terug naar 2002. Een verslag van Niels Jansen over de verhuizing van olifant Anwelay uit het Noorder Dierenpark in Emmen naar de dierentuin in Kharkov (Oekraïne). Bij navraag krijgen we te horen dat hij daar nog steeds woont, maar nakomelingen zijn er nog steeds niet.
Mooie kerel, die Rieks Scheve van het Noorder Dierenpark uit Emmen. Komen we na een monsterrit aan bij de Zoo in Kharkov, vraagt hij heel netjes aan de poort: “Had u een olifant besteld?” Ja, natuurlijk, daar zaten ze al maanden op te wachten. De Zoo in Kharkov was toegezegd dat ze olifant Anwelay zouden krijgen, die in Emmen overcompleet was. Met hulp van DAF en Truckstar kwam de dikhuid op de plaats van bestemming.
Het begon met een berichtje in de krant: het Noorder Dierenpark was bezig een olifant te trainen voor transport in een kooi waarin hij over de weg naar Kharkov in de Oekraïne zou worden gebracht. We belden naar Emmen om te vragen hoe het transport geregeld was: misschien zat er een mooi verhaal in. Er bleek nog helemaal geen transport geregeld te zijn, want er was eigenlijk geen geld. Truckstar riep de hulp in van DAF en stelde één van zijn medewerkers, Niels Jansen, als chauffeur beschikbaar. Lees hieronder hoe je een olifant naar de Oekraïne brengt.
Aan de ketting
Het vervoer van Anwelay, zoals de olifant in het Birmaans heet, gebeurt met behulp van een speciale 2.600 kilogram wegende stalen kooi voor het vervoer van grote beesten. Met behulp van een 80-tons telekraan is de kooi met olifant en al op onze trailer gezet, die voor de grote reis ook geladen is met hooi, paardenbrokken, appels & bananen, brood en 1.000 liter schoon water. Om zelf te overleven, hebben wij een even indrukwekkende voorraad vocht en voedsel in de cabine en in één van de palletkisten gestouwd. Want hoewel administrateur Pierre de Wit van het Dierenpark er alles aan heeft gedaan de juiste papieren te regelen, is de wachttijd aan de grenzen moeilijk te voorspellen. Er wordt gereden als eigenvervoerder met een TIR-carnet. De zesjarige mannetjesolifant weegt circa 1.800 kilogram, dus een zware lading hebben we niet.
Doffe dreunen
De eerste 500 kilometer op de Autobahn gaan vrijwel probleemloos onder de wielen door. Het is even wennen met de bewegende vracht achterin, die door het laden nogal nerveus is geworden. Vooral in bochten is het oppassen. Wanneer de olifant zich verstapt, voelt het net of er een flinke wind dwars op de trailer staat. “Dan zoekt ‘bulletje’ zijn evenwicht of gaat hij tegen de wand leunen”, legt Rieks uit. “Je moet er bij het rijden terdege rekening mee houden. Vooral remmen moet heel voorzichtig gebeuren. In feite moet je rijden alsof je porselein in de auto hebt.” Op het gladde asfalt van de Autobahn met de cruisecontrol op 89 kilometer heeft het dier weinig te klagen.
Gevaarlijke spoorvorming
Na een doorwaakte nacht op de Autohof rijden we om 04.30 uur al richting Poolse grens. Het gaat vlot met de papierwinkel. Het feit dat we een olifant vervoeren doet sommige ambtenaren hun werk even vergeten en direct meelopen naar de wagen. “Ein lebende Elefant?”, vragen ze vol ongeloof. Inderdaad, een levende en dat willen we wel zo houden, dus laat ons nu maar gauw door! Binnen een uur zijn we de grens over en kunnen we het gevecht aangaan met de E30 richting Poznan. Een levensgevaarlijke weg door de enorme spoorvorming en de kamikaze-inhalers. Ernstige ongelukken zien we gelukkig niet en we schieten prima op. Met 430 pk onder de voet en nauwelijks meer dan zes ton aan vracht in de HKM-trailer met Heering-opbouw komen we goed vooruit.
Zo’n lange, zware reis met dieren blijft echter een risicovolle onderneming en bij elke stop controleren we of onze passagier nog goed op zijn poten staat en niet al te gestrest is. Telkens geven we hem wat water, brood, appels en bananen. “Als hij eet, is het goed”, zegt Rieks. Maar het gebeurt ook een paar keer dat Rieks wel een uur bij hem moet blijven om hem te troosten. Dan aait hij de olifant over zijn slurf tot hij rustig is en weer wat wil eten. In het dierentransport is men ook wettelijk verplicht een routelijst bij te houden waarop precies staat waar en wanneer het beest verzorgd is.
Big problem
In de buurt van Radom houden we bij een klein wegrestaurantje halt voor de tweede nacht. Van slapen komt door het slaan en trappen van ‘Bulletje’ wederom niet veel terecht. Rieks is net zo onrustig als onze gast en wil zo snel mogelijk door naar de grens, dus om 05.00 uur rijden we alweer. Via Lublin en Chelm gaat het naar de Oekraïense grens. Op de smalle landweg voor het grensdorpje Dorohusk staat een file van een paar honderd vrachtwagens. Wij rijden langzaam alles voorbij, maar niemand protesteert. Van een Oostenrijker die met diplomatieke goederen op weg is naar Kiev, hebben we gehoord dat een wachttijd van twee tot drie dagen hier normaal is. Met een levende olifant aan boord kunnen we ons zo’n lang oponthoud niet veroorloven.
De Poolse douane kunnen we vrij snel achter ons laten, maar in de TIR-terminal van de Oekraïne, drie kilometer verderop, dreigt het mis te gaan. “Big problem”, zegt een kille Rus in een indrukwekkend uniform met dito pet. We blijken nog een verklaring nodig te hebben van een Poolse dierenarts dat de olifant daar gezond is binnengekomen en ook weer is uitgevoerd. Terwijl Rieks bij de wagen blijft om op ‘Bulletje’ te passen, loop ik drie kilometer terug naar de Poolse grenspost. Gelukkig blijken ze daar al te weten dat er iets mis is gegaan met ‘het olifantje’. Ik word met voorrang geholpen en krijg zelfs op een kantoortje van een vriendelijke juffrouw koffie, terwijl haar collega in het dorp de veterinaire verklaring gaat halen.
Aan de andere kant van de grens staan twee agenten van de Militia, Wassily en Sergeyj, al op ons te wachten. Ze zijn ingehuurd door de dierentuin in Kharkov om ons heelhuids door de Oekraïne te loodsen. Geen overbodige luxe in een land waar tegenwoordig de openbare veiligheid zeer te wensen overlaat. En dat is nog heel diplomatiek uitgedrukt. De weg naar het oosten loopt honderden kilometers rechtuit door eindeloze berkenbossen, toendra’s en akkervelden. Toch is het zeer inspannend sturen, want geen meter wegdek is vrij van diepe kuilen of richels en de snelheid komt dan ook nauwelijks boven de 70 kilometer per uur uit. Voor onze olifant is de rit bepaald geen pretje. Hoewel de uitstekende vering van de CF veel van de klappen opvangt, beseffen we maar al te goed hoe zwaar de reis voor onze levende vracht moet zijn.
Om een beetje tijd te kunnen maken, jagen onze Militia-vrienden iedere tegenligger en langzame voorganger van de weg. Dat gaat lekker zo. Soms is het wel bij het asociale af, want regelmatig zien we voor ons zwaarbeladen Lada’s met aanhanger zo schielijk de berm induiken, dat we vrezen dat het hele spul in duizend stukken uit elkaar zal vallen. Er zijn tientallen politiecontroles en ook bij iedere regiogrens staan wachthuisjes met zwaarbewapende uniformdragers. Als ze de auto van de Militia zien, springen ze in de houding. Zonder stoppen kunnen we doorrijden, op één keer na, wanneer we iets te snel door een stad denderen.
Blij met olifant
Nadat we ergens voorbij Kiev ‘s nachts slechts drie uur de gordijnen hebben dichtgetrokken, bereiken we op de vierde dag rond 13.30 uur ons doel. Kharkov blijkt een stad van 1,5 miljoen inwoners. De mensen zijn ondanks de economische malaise erg vriendelijk. De ontvangst in de dierentuin is er één om nooit te vergeten. Er staat al een autokraan klaar die piepend en krakend de kooi met de olifant van de oplegger tilt en in een grote zandbak plaatst.
Eenmaal uit zijn stalen gevangenis loopt het dier eerst een beetje verdwaasd rond. Tot hij door heeft dat er in de stal een vrouwtjesolifant op hem wacht… Met een triomfantelijke brul stapt hij naar binnen, onder luid applaus van verzorgers en publiek. Directeur Nicolay Shabaltas is zichtbaar blij met de nieuwe aanwinst, want hiermee hoopt hij meer bezoekers te trekken. Daarnaast moet ‘onze vracht’ ook voor nakomelingen gaan zorgen.
Wodka
Met het afleveren van ‘bulletje’ is onze missie geslaagd. Na het lossen worden we uitgenodigd voor een diner en de onvermijdelijke speeches met veel wodka. ’s Nachts overnachten we in één van de beste hotels van Kharkov, het MIR, maar alles is er zo oud en vies dat het ons spijt dat we niet in de auto zijn gaan slapen. De SpaceCab-cabine van de 85CF is tien keer comfortabeler en schoner. Om een beetje uit te rusten, blijven we een dag in Kharkov en gaan we met een viertal medewerkers van de dierentuin de stad in. Erg toeristisch is het niet, maar onze nieuwe vrienden weten enkele adressen waar het heel gezellig wordt dankzij de onvermijdelijke wodka.
Nepvrachtbrief
De volgende morgen om 05.00 uur zetten we weer koers richting vaderland. Wassily en Sergej zijn ook weer van de partij en dat is wederom geen overbodige luxe. Zonder hen hadden we tientallen keren moeten stoppen bij de wegcontroles en waren we ongetwijfeld heel wat dollars lichter geworden. Voor de grens met Polen blijkt een file van maar liefst twintig kilometer te staan. Met onze geüniformeerde vrienden voorop rijden we echter alles voorbij tot de poort van de terminal. Leeg zouden we eigenlijk achteraan moeten sluiten, maar in Kharkov heeft men een list bedacht en een nep-vrachtbrief samengesteld. In het document staat dat wij met spoed een bison moeten ophalen in Nederland. Het helpt en het scheelt ons minstens 35 uur wachttijd.
Tekst en foto’s: Niels Jansen