Naar aanleiding van kamervragen over de verhoging van de tarieven voor de chauffeurskaarten heeft minister Van Nieuwenhuizen gisteren geantwoord dat die prijsverhoging gehandhaafd blijft. Zij gaf daarvoor de volgende verklaring. “Het tarief voor de huidige generatie tachograafkaarten is niet verhoogd en blijft op een bedrag van 95 euro per kaart. Voertuigen die vanaf 15 juni 2019 worden geregistreerd moeten voorzien zijn van de tweede generatie digitale tachograaf, de ‘smart’ tachograaf. Daarbij behoren andere, zogenaamde tweede generatie tachograafkaarten. De invoering van deze tachograaf en de aanvullende eisen die, vanuit nieuwe Europese regelgeving, worden gesteld aan het uitgifteproces en de extra functionaliteiten die aan de tachograafkaart worden toegevoegd leiden tot hogere kosten. Daarom is dit tarief bepaald op een hoger bedrag van 100 euro.”
“Voertuigen die vanaf 15 juni 2019 worden geregistreerd moeten voorzien zijn van de tweede generatie digitale tachograaf”
Op de vraag waarom het Nederlandse tarief zoveel verschilt met dat van ons omringende landen antwoordde de minister: “Er is een onderscheid in verschillende typen tachograafkaarten, namelijk de bestuurderskaarten, bedrijfskaarten, werkplaatskaarten en controlekaarten. Nederland hanteert hierbij 1 uniform tarief. In het buitenland verschillen deze tarieven van kaart tot kaart en soms zelfs tussen provincies of deelstaten. Op dit moment wordt door een extern bureau een internationale benchmark naar de tarieven in de transportsector uitgevoerd, waarin de tarieven voor de bestuurderskaart en de bedrijfskaart in Nederland worden vergeleken met die in België, Duitsland (Noordrijn-Westfalen), Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.” Voorlopig blijven de huidige tarieven dus van kracht.
Ander politiek nieuws: het debat in de Tweede Kamer over de invoering van vrachtwagenheffing zou deze donderdag 24 januari plaatsvinden, maar is tot nader order uitgesteld.