In steeds meer landen in de Europese Unie geldt de eis dat ook buitenlandse chauffeurs een bepaald minimumloon moeten verdienen. Geen slechte ontwikkeling, ware het niet dat ieder land het op een andere manier doet met een chaos aan formulieren en voorwaarden tot gevolg.
In Truckstar nummer 4, die vandaag bij de meeste abonnees op de mat ploft, staat een artikel over de veelheid aan regels en bepalingen die met de invoering van het minimumloon gepaard gaan. ,,Het is een drama,’’ verzucht Sjoerd Boot, vakspecialist internationaal bij Transport en Logistiek Nederland (TLN). ,,In Oostenrijk moeten chauffeurs vanaf 1 januari voor elke internationale rit en voor elke cabotagerit worden geregistreerd. In Italië geldt de wetgeving uitsluitend voor cabotageritten, die minimaal vierentwintig uur voorafgaand gemeld moeten zijn. Elk land doet het weer anders.”
Het is een drama: elk land doet het anders
In de meeste landen moet de chauffeur de volgende stukken bij zich hebben: een inschrijvingsbewijs van het handelsregister, een inschrijvingsbewijs bij de belastingdienst, een arbeidsovereenkomst vertaald in de tal van het land waar de truck zich bevindt, een loonstrookje, een bewijs van overschrijving, een arbeidstijdverantwoording en een A1-verklaring.
Sjoerd Boot: ,,Waar transportondernemers bang voor waren, wordt werkelijkheid. Er ontstaat een wildgroei aan nationale uitvoeringsmaatregelen op één stuk Europese wetgeving. Net zoals bij de tolheffing en het verbod op het doorbrengen van de wekelijkse rust in de cabine.”
Sommige transportondernemers gooien het bijltje erbij neer
Voor diverse transportondernemers is de chaotische regelgeving en de wirwar van documenten reeds de druppel die de emmer doet overlopen. Zij hebben besloten niet meer op Italië of Frankrijk te rijden; ook zijn er die het internationale tansport afstoten of het uitbesteden aan eigenrijders. Sommigen gooien het bijltje er helemaal bij neer.