De Duitse trailerbouwer Kögel is hard aan het lobbyen om Brussel warm te krijgen voor hun 14,9 meter-oplegger. Maar hoe wenselijk is deze oplegger?
Trailerbouwer Kögel meldt dat Brussel warm begint te lopen voor de verlengde oplegger van 14,90 meter. Enkele afgevaardigden van de Europese Commissie en enkele Europarlementariërs zijn inmiddels overtuigd van de voordelen van de lange opleggers, aldus Kögel in een persbericht.
De langere oplegger zou namelijk een beter alternatief voor efficiënter transport kunnen zijn dan de LZV van 25,25 meter, zo betuigt men. En daar lijkt Brussel gevoelig voor. Maar is dat wel zo, en hoe handig is deze oplegger eigenlijk met z’n enorme achteroverbouw? Truckstar stelde Kögel enkele vragen, en kreeg antwoord.
3 tot 4 europallets winst
De totale voertuiglengte komt uit op 17,80 meter. Dat is korter nog dan een conventionele combi, terwijl er toch drie of vier europallets meer mee gaan dan met een standaard trekker-oplegger, dankzij de 1,3 meter langere laadvloer is. Dat is mooi meegenomen natuurlijk.
7 ton meer laadvermogen dan een LZV?
Kögel beargumenteert in Brussel echter dat de lange oplegger zeven ton meer kan laden dan een LZV. Enige verheldering is daarbij op zijn plaats want Kögel neemt de Duitse LZV-proef als uitgangspunt, zo blijkt uit antwoorden op vragen van Truckstar.
De Duitse LZV is als enige in Europa gebonden aan een maximaal gewicht van veertig ton. Het leeggewicht van een LZV is circa zeven ton meer dan dat van een standaard trekker met de lange Kögel-oplegger. Op die manier is de langere oplegger inderdaad het overwegen waard. In landen waar de zestig tons LZV is toegestaan, lijkt de LZV echter een efficiëntere keuze.
Fikse achteroverbouw: wipwap-effect?
Ook opmerkelijk is de lange achteroverbouw van de 14,9 meter-oplegger. Die is een meter langer dan bij een standaard oplegger, zo legt Kögel aan ons uit. De wielbasis is met slechts dertig centimeter verlengd van 7,65 meter naar 7,95 meter.
Met de langere achteroverbouw wordt de oplegger een soort wipkar. Gevolg een toegenomen wipwap-effect. Momentarisch zou er dus sterk verminderde schoteldruk kunnen ontstaan – denk aan het oprijden van viaducten en bruggen. Hiermee wordt de gehele combinatie instabieler. Gebeurt dit in een bocht, tijdens het remmen, of op een glad wegdek, dan neemt het gevaar op scharen toe, zo zou je denken.
Volgens Kögel is er echter geen toegenomen gevaar: “Voor lange opleggers gelden dezelfde uitgangspunten als bij standaard-opleggers. De gewichtsverdeling moet gecontroleerd worden door de chauffeur en aan de regels voldoen.”
“Als je lichte lading op de kop zet en zware lading achterop, dan krijg je slecht weggedrag. Dat geldt zowel voor standaard opleggers als voor langere opleggers”, aldus Kögel.
Uitzwaai in bochten
Een ander gevaar van de langere achteroverbouw zou de uitzwaai in bochten kunnen zijn. Maar volgens Kögel is de trailer juist veiliger: “De universiteiten van Aken en Warschau hebben samen met diverse transportbedrijven de langere trailers getest. Hun uitkomst: de verkeersveiligheid gaat erop vooruit met langere trailers. Bovendien voldoet de draaicirkel aan alle eisen. Sinds 2005 zijn er meer dan zeshonderd langere trailers op de Europese wegen gezet. Bij Kögel hebben we louter positieve feedback ontvangen.”
Wellicht is echter een Britse of Zweedse oplossing stabieler. Want ook in Groot-Brittannië en in Zweden rijden langere trailers. Die hebben geen lange achteroverbouw omdat de assen verder naar achteren staan. Gevolg daarvan is een hogere schoteldruk. Het antwoord daarop is een drie-assige trekker, waarmee een uiterst stabiele combinatie ontstaat.
In Zweden rijden er opleggers tot 19 meter lengte. Deze vier-assige oplegger van Andreas Hjorthejm is 18,35 meter lang en heeft de achterste as ver naar achteren staan.
De tweede en vierde as zijn gestuurd en er staat een drie-assige trekker onder: een zeer stabiel geheel. Dankzij de gestuurde assen is de uitzwaai in bochten ook iets om rekening mee te houden.
In Groot-Brittannië, waar de LZV vooralsnog geen voet aan de grond krijgt, wordt wel geëxperimenteerd met langere opleggers. Ook die hebben de achterste as ver naar achter, veelal in combinatie met drie-assige trekkers.