De EU uitbreiding van 2004 is positief geweest voor de Nederlandse economie, maar niet voor de wegtransportsector. Met name het internationale transport heeft klappen opgelopen.
Dat zijn de belangrijkste en weinig verassende conclusies uit een onderzoek van TLN. Het onderzoek bevestigt dat de sociaal economische verschillen in de EU-landen grote invloed hebben op de marktwerking van de Nederlandse economie en in de transportsector. Verdere liberalisering in Europa is volgens TLN dan ook ongewenst. De grote sociale verschillen leiden nu al tot strengere handhaving en meer regelgeving in omringende landen.
De interne transportmarkt is heel snel hervormd. Dat geldt niet voor de sociale hervormingen in Europa. Nog steeds zijn er grote verschillen in levensstandaarden en dus ook in lonen tussen West-Europese en Oost-Europese landen. We zien nu dat de EU-uitbreiding, in combinatie met de crisis in verschillende landen leidt tot verschillen in handhaving en daarmee bescherming van de nationale markt. Duitsland voert per 1 januari het minimumloon in en heeft bepaald dat ook vrachtwagenchauffeurs die door Duitsland rijden het Duitse minimumloon van €8,50 moeten verdienen. Het minimum is geen probleem, maar bij de regeling gaat gepaard met veel administratieve ballast voor bedrijven.
Een ander voorbeeld is volgens de belangenorganisatie het strafbaar stellen van het doorbrengen van de verplichte wekelijkse 45-uursrust in de cabine in Frankrijk en België afgelopen zomer.
Effect uitbreiding niet verrassend
De negatieve effecten die het rapport beschrijft zijn niet verassend. TLN meldt dat de verschuivingen in de internationale concurrentieverhoudingen zo fundamenteel waren dat zij het niet reëel achtten dat de transport- en logistiek sector haar positie zou kunnen vasthouden. Met het onderzoek wil TLN geïnteresseerden en belanghebbenden inzicht bieden in de gevolgen die de EU-uitbreiding voor de sector heeft gehad en haar leden handvatten bieden om hun strategie voor de komende jaren uit te stippelen.