In de strijd voor een beter milieu blijft het Australische wegtransport niet achter, zo blijkt uit cijfers van de Australian Trucking Association, (ATA).
Australië is ondanks de enorme afstanden en imposante road trains een kleine speler in de wereld-truckmarkt. Daarom kan het land zelf moeilijk bij de wereldwijde truckfabrikanten emissie-eisen afdwingen, zoals de EU, de VS en Japan dat wel kunnen.
Winst met langere trucks
Dat weerhoudt de Australische regering er echter niet van momenteel de Euro 5-norm voor nieuwe trucks aan te houden. Schonere motoren hebben de afgelopen twintig jaar enorm bijgedragen aan de vermindering van vieze uitstoot. Maar de Australiërs boeken waarschijnlijk hun grootste milieu-winst bij de inzet van langere trucks zoals B-doubles, B-triples en roadtrains.
Om aan te tonen welk positief effect langere en zwaardere trucks hebben, geeft de ATA een rekensommetje: Als je duizend ton wil vervoeren heb je 77 drie-assige bakwagens nodig, of slechts 26 B-doubles. Deze 26 B-doubles produceren 25 procent minder CO2-uitstoot dan de veel grotere vloot kleinere trucks.
B-triples op meer wegen
Voor de ATA is de volgende stap in het groener maken van het transport duidelijk: meer langere trucks. De ATA bepleit het toestaan van B-triples in plaats van B-doubles op veel meer wegen in vooral staten als Victoria, New South Wales, Queensland en South Australia.
In deze dichtbevolktere gebieden is de B-double nu de langste combinatie die is toegestaan. Deze trucks zijn zo’n 26 meter lang en vergelijkbaar met onze LZV’s.
De ATA heeft berekend dat wanneer een gemiddelde transporteur, met zestig B-doubles en gewone trekker-oplegger-combinaties, naar B-triples overschakelt op de langere afstanden, twee miljoen liter diesel per jaar kan bespaard kan worden.
Uiteraard maakt deze stap het transport ook winstgevender, maar daar is niets mis mee. Bovendien helpen langere trucks tegen files, en met minder trucks voor hetzelfde werk gaat ook de verkeersveiligheid er op vooruit.
Spoor blijft buiten schot
Overigens valt het de ATA op dat het Australische spoorvervoer buiten schot blijft wat betreft de uitstootnormen. De gemiddelde diesellocomotief in het land is 36 jaar oud en is ronduit smerig. In Europa blijft het spoorvervoer eveneens buiten schot, terwijl het wegvervoer op korte termijn het nieuwe Eurovignet door de spreekwoordelijke strot geduwd krijgt om milieuschade te compenseren.
Het B-triple-debat is in ieder geval begonnen bij onze collega’s Down Under en is het voor ons in Europa nuttig om te zien hoe langere trucks een bijzonder positief effect hebben op het milieu, de verkeersveiligheid en de winstgevendheid van transportbedrijven.