| 07:18 | Arjan Olsthoorn

Truckstar Throwback Thursday: Monie is altijd met uien in de weer

Elke dag met 36 ton uien op pad, dat moet wel in tranen eindigen. Maar nee: Rinus Welleman en Peter Braam worden er blij van. Het verhaal van Monie werd gepubliceerd in Truckstar 3/2018: Truckstars Throwback Thursday.

Rinus Welleman gaat voorop, Peter Braam volgt een uurtje later. Het is een vast ritueel, bijna elke morgen. De twee rijden naar een boer die van zijn uien af wil. Eerst wordt Rinus geladen en als hij vol is, komt Peter voor een tweede lading. Tenminste als er uien zijn, want de aanvoer wisselt.

Monie MAN en DAF

Bij hoog en laag, zowel Rinus als Peter heeft zijn voorkeur.

“Ik rijd voor Monie. Dit staat voor Moerdijk en Nieuwdorp, waar het bedrijf gevestigd is. Monie is een uienverpakker. De uien worden op ons bedrijf ontdaan van losse vellen en gesorteerd op grootte. Daarna worden ze verpakt. Dat kan in netjes van een pond, maar ook in bigbags van 1.200 kilo. Vroeger deed Rinus dit alleen, maar sinds zes jaar rijden we met twee auto’s’’, legt Peter uit. Maar er is niet altijd genoeg werk voor twee auto’s en Rinus is de eerste man. “Bij mijn vorige werkgever was ik vaak dagen van huis, nu ben ik elke avond thuis. Het slapen in de cabine mis ik helemaal niet. Ik lig liever naast mijn vrouw.” Als Rinus het transport alleen af kan, doet Peter ander werk. Hij springt dan op een heftruck of helpt de monteurs van het bedrijf.

Megapook
Als je instapt bij Rinus valt direct de megagrote versnellingspook op. “Ik ben een groot fan van Amerikaanse trucks en die hebben vaak zo’n lange pook. Ik vind dat mooi. En het schakelt heel rustig omdat je lang onderweg bent van de ene naar de andere versnelling. Je moet meer doen, maar het optrekken gaat een stuk rustiger.” De pook is niet het enige wat verwijst naar Amerikaanse trucks. Ook zit er een metersbrede Longhorn voor de ruit.

Het interieur van Peters DAF oogt soberder; de sfeer in cabine van de XF wordt vooral bepaald door de goedlachse en graag pratende Peter. “Bij Monie hebben we zes trailers”, vertelt hij. “Meestal ben ik pad met een van de onderlossers. Die hebben drie assen, waarvan de laatste meestuurt. Dat rijdt heel fijn.”

Altijd aanvoer
Peter legt uit dat het uien rijden volgens een vast stramien verloopt. “Rinus en ik rijden elk naar een boer, pikken daar de uien op en keren dan terug. Bij de fabriek zetten we de volle trailer bij een losplaats en gaan met een lege trailer weer terug naar de boer. Zo maken we meerdere ritten op een dag.” De meeste uien komen Noord-Brabant en Zeeland, maar soms komen ze ook in andere delen van het land. “Uien komen in juli of augustus van het land, dus dat is de drukke periode. Maar boeren kunnen hun uien ook heel goed opslaan. Zodoende is er het hele jaar aanvoer.”

Monie

De DAF is een indrukwekkende verschijning in zijn felrode kleur.

Rotte slangen
Rinus en Peter rijden vandaag op een boerenbedrijf in het Brabantse Klundert. Als Peter het terrein bereikt, is er een kleine tegenslag: de auto van Rinus is nog niet half vol. Problemen met de heftruck van de boer zijn de oorzaak. Die heftruck is slim omgebouwd tot een shovel met opzet-kantelbak. Maar de hydraulische slangen die het geheel moeten laten bewegen, hebben hun beste tijd gehad. Diep zuchtend vertrekt de boer in zijn luxewagen om nieuwe te halen. Het levert vertraging op maar Peter vindt het niet erg. “We hoeven vandaag allebei maar twee ritten te doen, dus is er tijd zat. En dat is vaker zo. We maken niet zo vaak lange dagen.”

Peter is in 1984 gaan rijden. “Mijn opa had een transportbedrijf; dat was een klein bedrijf met een bodedienst. Door tegenslag heeft hij alles moeten verkopen. Mijn vader heeft 34 jaar bij Traveo gereden.” Daar is Peter ook begonnen; hij heeft er zes jaar lang agrarische producten gereden.

Monie

De uien zijn van het land en kunnen verpakt worden.

Laag is mooier
Peter rijdt met de Super SpaceCab, terwijl de MAN van Rinus juist een laag dak heeft. Rinus: “Ik vind dat mooier. Ik slaap er toch nooit in, dus ik heb ruimte zat. Bovendien is het praktischer. Zo heb ik veel minder last van bomen en takken, en die heb je nogal eens op het boerenerf. Ik ben allergisch voor krassen op mijn auto, dus daarom heb ik liever een lage cabine.”

Rinus is een handige man: wat zijn ogen zien, maken zijn handen. Vooral met metaal is hij behendig. Zo heeft hij de keienvanger bij zijn voorruit zelf gemaakt. Ook de reeks lampjes achter de zijfenders, ingelegd in rvs, zijn eigen fabricaat. “Ik maak er een hobby van om roestvrij staal te polijsten tot het blinkt als chroom.” Rinus rijdt al een leven lang voor Monie. “Ik ben op mijn zestiende begonnen. Eerst twee jaar op de heftruck in de loods. Mijn vader reed toen op de enige vrachtauto van Monie. Toen hij stopte, heb ik zijn baan overgenomen en ben sindsdien gebleven.”

Monie

De één hoog, de ander laag.

Liever vierkant
Hij is heel tevreden over zijn MAN. “Ik heb altijd met veel plezier DAF gereden. Tot de laatste, die beviel met niet. Ze hadden me een automaat aangepraat, maar dat ding wilde helemaal niet samenwerken met de motor. Hij had 520 pk en dat was opgevoerd tot 580 pk. Maar die kwamen er nooit uit. Daarnaast vind ik de MAN gewoon een mooie auto. Ik houd van vierkante wagens.”

Vindt Rinus de automaat van de DAF niets, Peter hoor je niet klagen. “Ik heb ook Adaptive Cruise Control en ik vind dat buitengewoon. Volgens mij is het ook een stuk veiliger. Het ding kijkt met je mee en dat geeft enorm veel rust. Ik heb er ook geen moeite mee om 80 te rijden als de auto voor mij dat doet. Verder vind ik deze DAF er goed uitzien. De MAN is ook een goede auto, maar de DAF is toch een stuk mooier!”

Monie

Het blijft mooi rijden, zo in het Hollandse landschap.

Droogblazen
Achterop de twee cabines zit een handigheidje, een camera op een uitschuifbare mast. Peter: “Die gebruiken we bij het laden. Deze boer laadt met een shovel, maar veel andere boeren doen dat met een lopende band. Die is 80 centimeter breed. Je moet je wagen dus telkens 80 centimeter naar voren zetten. Als ik de camera op de trailer richt, dan kan ik in mijn cabine precies zien wanneer ik weer een stukje moet rijden. Dat scheelt een hoop in- en uitstappen, en ik hoef niet steeds op de trailer te klimmen.”

Monie

Een ventilator moet de uien ’s nachts droog houden. Daardoor is er wel weinig ruimte bij het koppelen.

Dan zit er nog iets geks op de trailer: een levensgrote ventilator. “Uien mogen niet nat worden. Als ze een nacht moeten overstaan in de trailer omdat ze pas de volgende dag gelost kunnen worden, dan zetten we die ventilator aan. Zo blijft het spul droog”, verklaart Peter. Van ‘droog’ gesproken, een vracht uien is niet echt een tranentrekker. Zolang ze hun jasje aan houden, laten de mannen er geen traan om.

Wil je meer van dit soort verhalen lezen? Dat kan! Word abonnee en mis niets.

1 Reactie
Meepraten? Schrijf hier jouw reactie