Truckstar commentaar
De ophef naar aanleiding van ons nieuwsbericht van 18 februari over een Lets transportbedrijf dat met Filipijnse chauffeurs rijdt, is volkomen terecht.
Omdat het nieuws over de Filipijnen zoveel teweeg heeft gebracht en Truckstar het eerste Nederlandse nieuwsmedium was om het te publiceren, volgt hier het standpunt van Truckstar in dit hele verhaal.
Het is te bizar voor woorden dat transportbedrijven met de huidige werkloosheids-cijfers in Europa hun heil zoeken in Azië om chauffeurs te werven. Van een chauffeurstekort zoals Canada en Amerika momenteel kennen, is in Europa geen sprake. De angst dat Filipijnse chauffeurs daarom ons werk in Europa van ons afpikken en tegen extreme salarissen rijden is goed te begrijpen.
De toevloed van goedkope Oost-Europese chauffeurs op onze wegen de afgelopen jaren rechtvaardigt die angst. Het verbaast ons niet dat een chauffeur de Facebookpagina ‘Actie In De Transport’ opzette en dat die pagina in no-time duizenden leden kreeg.
Maar, rijden de Filipijnse chauffeurs van Dinotrans, het betreffende Letse transportbedrijf, tegen extreem lage salarissen?
Op zoek naar kwaliteit
Als we de Zweedse topman van Dinotrans kunnen geloven, Staffan Resare, rijden de Filipijnen tegen respectabele netto-salarissen van tussen de 1.400 en 2.000 euro per maand, en zijn ze aangenomen vanwege de kwaliteit die Dinotrans eist van zijn chauffeurs. Het gaat Resare er niet om goedkope chauffeurs in te zetten, want die zijn er in Europa genoeg, zo zegt hij tevens.
De Filipijnen zelf valt niets te verwijten. Sterker nog, wij willen wel geloven dat zij goede, beleefde en hardwerkende chauffeurs zijn die ook nog eens prima Engels spreken. Stap op de boot naar Engeland en je weet wat we bedoelen.
Maar we schrokken natuurlijk wel van het nieuws – veel gekker moet het echt niet worden – en we hopen dat het uitbuiten van chauffeurs niet een nieuw dieptepunt heeft bereikt.
Het echte probleem
Het echte probleem is niet de inzet van deze Filipijnen, hoe bizar dit feit ook is. Het echte probleem is de oneerlijke strijd die het Nederlandse wegtransport levert in Europa. Onder het mooie motto van Europese eenwording zijn de grenzen tussen twee werelden opengegooid, maar van een level playing field voor Europese transportondernemers is geen sprake. Dat is het probleem.
Amerika en Mexicaanse chauffeurs
In Amerika doen ze het iets beter. Mexicaanse chauffeurs verdienen de helft van wat Amerikaanse chauffeurs verdienen. Lange tijd mochten ze in beperkte aantallen de Amerikaanse grens over om op speciale terreinen binnen 25 mijl van de grens trailers neer te zetten en op te pikken, om weer rechtsomkeert te maken naar de grens. Nu mogen Mexicanen verder Amerika in, onder strenge voorwaarden, en ze mogen geen cabotagewerk doen, ook al had dat allang moeten mogen volgens het NAFTA-verdrag.
Dat klinkt hard en oneerlijk voor de Mexicanen, zeker als je bedenkt dat Canadese chauffeurs wel kriskras door Amerika mogen rijden. Maar een Canadese chauffeur is qua salariskosten geen bedreiging. Bovendien is een Canadese truck qua veiligheid geen bedreiging. Het level playing field is er wel tussen Canada en Amerika, maar in veel mindere mate tussen Amerika en Mexico. In Europa liggen de meeste West-Europese landen eveneens redelijk op hetzelfde loonkosten-niveau; de Oost-Europese landen liggen daar duidelijk onder.
Naar Brussel
We moeten ons beklag daarom doen bij de EU in Brussel, eventueel via onze eigen politici in Den Haag.
Dit vastgesteld hebbende rest de vraag of een level playing field bereikt kan worden en hoe. Maar dat is geen eenvoudige vraag. De FNV suggereert dat er fiscale harmonisatie moet komen in Europa. Oftewel, Europese landen moeten allemaal op dezelfde wijze belasting heffen. De FNV gaat daarmee echter voorbij aan het feit dat het nog jaren zal duren voordat de lonen enigszins gelijk zijn. De FNV vergeet ook dat Europa een verzameling is van sterk afwijkende landen, culturen, economieën, belastingstelsels en politieke systemen. Een ‘one size fits all solution’ kan simpelweg niet.
Gelijk werk, gelijk loon
De Gelijk werk, gelijk loon-campagne van de FNV is wel een goed inititaief. In combinatie met een strakke cabotage-regeling en scherpe handhaving daarop kan in ieder geval het binnenlands transport deels gezuiverd worden van valse concurrentie. EU-plannen om de cabotage verder vrij te geven zijn echter slecht en onwenselijk.
Wat betreft het internationale transport, en vooral het derde landen-transport, zien we de toekomst somber in. Alleen een nieuw op te werpen grens tussen Oost- en West-Europa – waar veel chauffeurs inmiddels voor pleiten – zal de goedkoop werkende Oost-Europeanen buiten de deur houden. Geen haalbare kaart.
Verladers en opdrachtgevers moeten overigens hun verantwoordelijkheid nemen, en begrijpen wat het betekent als zij voor hun transporten de laagst mogelijke tarieven afdwingen.
Andere ideeën
Maar misschien zijn er andere ideeën. Een grote media-campagne over wat er werkelijk speelt in het transport is slim. De gemiddelde Nederlander heeft er geen weet van. Maar ook een internationale transportconferentie voor en door vakbonden, chauffeurs, politici en transportondernemers uit landen als Groot-Brittannië, Zweden, Denemarken Nederland, Duitsland en België zou een goed begin zijn.
Leed en onbegrip
Wilde acties en blokkades op de Nederlandse wegen zijn minder verstandig. Het ontwrichten van onze maatschappij leidt tot enorme imagoschade en onbegrip. Weinig mensen buiten het transport hebben weet van onze problemen. Dergelijke ‘Franse’ acties veroorzaken vooral veel leed. Bovendien leiden blokkades tot economische schade, iets wat we ons momenteel slecht kunnen veroorloven.
Het is daarnaast niet alleen ons probleem. Ook in Groot-Brittannië, België, Duitsland en de Scandinavische landen gaan transportbedrijven kapot, wordt het transport uitgehold, verliezen chauffeurs hun baan en moeten Oost-Europese chauffeurs wekenlang rondkomen van een appel en een ei, met alle gevolgen en overlast van dien.
Tijd voor actie
Het is absoluut tijd voor actie, zeker ook op internationaal niveau. Maar wilde, maatschappij-ontwrichtende taferelen zullen ons waarschijnlijk niet helpen.
De makkelijkste oplossing voor het ganse probleem is de sociale lasten op West Europese chauffeurs verlagen. Ik verdien als chauffeur in Belgie 10,50 euro per uur netto , maar kost aan mijn werkgever 32 euro per uur. Voor mij is 10,50 te weinig, voor mijn baas 32 te duur. Men kan wel kosten verlagen van zeelui en piloten, waarom dan niet voor chauffeurs. De vakbond spreekt van sociale lasten als een uitgesteld stuk loon, wat natuurlijk je reinste prietpraat is. Wij als chauffeur profiteren hier toch niet van, want met ons salaris verdienen we te weinig om goed te leven, maar verdienen we teveel voor een sociale woning, maximumfactuur ziekte, studiebeurzen voor de kinderen, dus dat krijg ik allemaal niet, maar betaal er wel fors voor. Helaas denken vakbonden enkel aan zichzelf.