Praktijktest Scania R480 Topline Euro5
| 14:38 | Truckstar Redactie

Praktijktest Scania R480 Topline Euro5

We hebben er een tijdje op moeten wachten, maar uiteindelijk kregen we toch de kans om de Scania R480 Euro5 te testen. Deze truck rijdt met EGR-techniek, dus zonder AdBlue, en we waren vooral benieuwd naar het verbruik.

De Scania R-serie is inmiddels een vertrouwd beeld op de weg, maar de Euro 5-motoren met EGR – en dus zonder AdBlue – zijn nieuw. Je weet het: bij EGR wordt een deel van de uitlaatgassen gekoeld en daarna teruggestuurd naar de verbrandingskamers. Tijdens de tweede ronde verdwijnt het grootste deel van de resterende schadelijke stoffen. Alleen MAN zit ook op deze koers; de andere vijf fabrikanten volgen het SCR-spoor, waarbij AdBlue onmisbaar is. Dat zorgt voor gedoe aan de pomp, brengt extra gewicht op de schaal en kost bovendien ruimte aan het chassis. Maar zonder AdBlue zou een truck meer brandstof verbruiken en ook vaker naar de werkplaats moeten om olie te verversen, wordt er gezegd.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: van een hoger verbruik hebben wij tijdens de test met de Scania R480 Euro 5 helemaal niks gemerkt. Met 29,65 liter op de 100 kilometer, dus 1 op 3,37, is namelijk helemaal niks mis! En dat dan met onze eigen Pacton-oplegger en niet met een of andere supergestroomlijnde demotrailer. Daar komt nog bij dat de AdBlue – die dit voertuig dus niet nodig heeft – normaal gesproken ook moet worden betaald. Dat zijn geen schokkende bedragen, maar je moet het wel meetellen voor een eerlijke vergelijking.
De Scania EGR-motor werkt met het XPI-inspuitsysteem dat is gebaseerd op common-rail-techniek en inspuitdrukken tot maar liefst 2.400 bar aan kan. Overigens zijn de motoren zelf ook vernieuwd. Zo is de twaalfliter iets gegroeid, waardoor de cilinderinhoud nu uitkomt op 12,7 liter. Verder is de motor voorzien van een turbo met variabele geometrie. De aanpassingen aan de motor om met EGR aan de Euro 5-emissie-eisen te voldoen, brengen met zich mee dat het koppel met 250 Nm steeg ten opzichte van de Euro 4-motor met 480 pk.

Als een Scania
Maar hoe rijdt al die nieuwe en schone techniek nou eigenlijk? Het antwoord is simpel: als een Scania! Dat begint toch weer met het in de war raken vanwege de OptiCruise-bak mét koppelingspedaal, maar daarna is er alleen nog maar comfort. Met het stuur in de ideale stand en de stoel achter de B-stijl met het gordijntje voelt iedere Scania-chauffeur zich meteen op zijn gemak. Scania’s sturen gewoon erg strak en in de cabine is het opvallend stil. Eigenlijk merk je helemaal niks van alle nieuwe techniek. De motor werkt gewoon zoals je dat gewend bent en met 480 pk kom je niet snel vermogen tekort.
De OptiCruise-versnellingsbak bedien je met een combischakelaar aan de stuurkolom en dat is de mooiste oplossing die we tot nu toe zagen in een truck. Eén stengel voor de keuze van de overbrenging, voor op- en terugschakelen én voor de retarder. Heel overzichtelijk en voor de hand liggend. Op die stengel zit een schakelaar waarmee je kunt kiezen voor Drive (D) of voor H. Dat laatste staat voor Hill en hoewel we in de Ardennen wel degelijk forse heuvels tegenkomen, blijkt dat we hem niet eens nodig hebben. Het maximumkoppel van 2.500 Nm vanaf 1.000 toeren is toereikend om ook bergop de vaart er in te houden.
De versnellingsbak zelf lijkt ook opgeknapt te zijn en dan vooral wat de schakeltijden betreft. De vergelijking met AS Tronic of I-Shift kan hij nog niet aan, maar storend is het ook niet. Wat wel storend blijft, is dat koppelingspedaal. Hoewel sommigen er nog steeds erg blij mee zijn, bewijzen andere fabrikanten dat het vandaag de dag echt niet meer hoeft. Het wachten is dan ook op een nieuwe volautomatische versnellingsbak bij Scania, zonder koppeling en synchromesh. De GRS905R van deze Scania is namelijk in feite nog steeds een geautomatiseerde gesynchroniseerde handbak. De synchromeshringen maken dat de snelheid waarmee je van gang kunt wisselen nogal tegenvalt en brengen ook extra kilo’s op de schaal.

Adaptive Cruise Control
De R480 is onder meer voorzien van Adaptive Cruise Control (ACC). Daarbij controleeert de boordradar de afstand tot en de snelheid van de voorligger. De Scania past zich daar keurig bij aan. Je stelt de maximale snelheid en de gewenste afstand in, en het systeem doet de rest. Niet helemaal natuurlijk, want je moet nog wel sturen, maar het is wel een heel veilig systeem. Zeker nu het foutloos werkt, wat een jaar of wat geleden nog niet vanzelfsprekend was. Tijdens de metingen van het brandstofverbruik gebruiken we het systeem niet, want dan wil je zo constant mogelijk rijden. Het probleem is namelijk dat je al snel achter een wat langzamere voorganger blijft sukkelen. Daar is natuurlijk niks mis mee, maar vanwege de test willen we zo constant mogelijk 85 blijven rijden.
Wat ons betreft mag dit systeem verplicht worden op vrachtwagens en touringcars. De meeste ongelukken met vrachtwagens zijn namelijk die waarbij chauffeurs vol op hun voorganger knallen. Met de ACC ingeschakeld kan dat nog steeds, maar het systeem zal zoveel mogelijk snelheid terugnemen voordat de klap volgt. Bovendien waarschuwt een geluidssignaal de chauffeur voor (snel) naderend onheil.
Naast de ACC is er nog veel meer elektronische verwennerij aan boord, zoals een hill holder, een Lane Departure Warning-systeem en een systeem dat de bandenspanning controleert (TPMS).

Plastic
Het interieur van de R-serie beschreven we al eerder. Nog steeds bestaat het merendeel uit een wat fout soort grijs plastic. Natuurlijk wordt voor elk interieur kunststof gebruikt, maar er zijn wel verschillen. Het door Scania gebruikte materiaal krast snel en ziet er een beetje goedkoop uit. Andere merken doen hun best met ‘soft touch’-bekleding en dat ademt meteen een heel andere sfeer. Toch hoor je er vrijwel niemand over, want Scania-fans zullen hun merk niet snel afvallen. Ook aan het onderbed schijnt iedereen gewend te zijn. Menig chauffeur heeft zelf een matrasje van voldoende dikte op maat laten maken, want het standaard onderbed schiet tekort. Het is te dun, te smal en die schuiflaadjes worden door vrijwel niemand gebruikt. Een ander minpuntje betreft het hoofdeinde van het bed. Nog steeds is daar geen nachtkastje voor je persoonlijke spullen. Dat lijkt zo’n simpele voorziening, maar tot nu toe hebben we daarvoor van Scania nog geen oplossing gezien. Wat ons verbaast, is dat ook de accessoirehandel daar niet op ingesprongen is. Volgens ons is het dikke handel als je een pasklaar kastje weet te leveren.
Is het dan alleen maar kommer en kwel in de Topline-cabine? Natuurlijk niet, zeker niet in het model dat wij meekregen. Dat heeft tegen de achterwand de kastenwand die we nog kennen uit de ‘King of the Road’-serie. Hiermee heb je echt ruim voldoende bergruimte. Daar komt nog het nieuwe bergvak aan de linkerkant bij, dat je van buitenaf kunt openen. Dat is echt mooi ruim geworden en als optie is dat vak ook rechts leverbaar. Een andere verbetering is dat je de stoelen nu vanuit het midden van de cabine eenvoudig naar voren kunt schuiven door je voeten op een pedaaltje te zetten.

Conclusie
Met de nieuwe generatie XPI/EGR-motoren zet Scania een heel mooi stuk techniek op de weg. Chauffeurs zullen er blij mee zijn vanwege het hogere koppel, maar bovenal omdat ze geen AdBlue hoeven te tanken. Voor de rest blijft het een echte Scania: de merknaam is bijna synoniem voor rijgenot van hoog niveau.

Pluspunten:
1: Laag geluidsniveau in de cabine.
2: Stuurverstelling.
3: EGR-techniek.

Minpunten:
1: Koppelingspedaal.
2: Geen nachtkastje.
3: Afwerking interieur.

Meepraten? Schrijf hier jouw reactie