Nederlandse wegen te smal
| 16:36 | Truckstar Redactie

Nederlandse wegen te smal

Als chauffeurs zijn we er aan gewend, maar de Nederlandse tachtig kilometer-wegen zijn te smal.

Dat stelde de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) onlangs in een rapport.

Vrachtwagenchauffeurs zijn degenen die als eersten geconfronteerd worden met de beperkte breedte van een weg. Maar ook voor automobilisten zijn er consequenties aangezien smallere wegen voor hen het ongeluksrisico vergroten.

Het rapport in kwestie – ‘Veiligheidseisen aan het dwarsprofiel van gebiedsontsluitingswegen met limiet 80 km/uur’ – is op wetenschappelijke wijze in elkaar gezet. De onderzoekers van de SWOV hebben de wegbreedte en de daaraan gerelateerde veiligheid van deze wegen in kaart willen brengen. De boodschap is duidelijk en aan de hand daarvan doet men aanbevelingen aan de makers van het zogeheten Handboek Wegontwerp voor de tachtig kilometer-wegen.

Tevens geeft het rapport een interessant kijkje in de keuken van het Nederlandse wegontwerp.

Het Handboek Wegontwerp voor tachtig kilometer-wegen wordt binnenkort herzien. Wegbeheerders zoals gemeentes en provincies baseren op dit boek hun wegontwerpen. Als er bepaalde zaken in staan die niet kloppen, heeft dat serieuze consequenties, waaronder voor de verkeersveiligheid.

Huidige standaard is minimaal

De huidige ontwerpstandaard van provinciale wegen is internationaal gezien minimaal, zo blijkt uit het rapport. Eveneens verontrustend is het feit dat veel wegen niet eens aan de standaard- noch aan de minimum breedte-richtlijnen voldoen, en daarmee nog gevaarlijker zijn.

Weinig kennis rijbaanbreedte en veiligheid

Tevens zorgelijk is dat er bij de Nederlandse wegontwerpers weinig bekend is over de relatie tussen de rijbaanbreedte en de invloed daarvan op de verkeersveiligheid. Zo wordt vermoed dat een smalle rijbaan de verkeersveiligheid positief beïnvloedt omdat de gemiddelde snelheid op een smallere rijbaan omlaag gaat.

Om die reden haalde de provincie Utrecht bijvoorbeeld de vluchtstroken weg van het tweebaans uitgevoerde deel van de N221 tussen de A28 en de Stichtse rotonde ten zuiden van Amersfoort.

Maar een provincie verhoogt het risico op ongelukken op die manier juist. Er is minder uitwijkruimte en met pech sta je op de rijbaan in plaats van de vluchtstrook. Wordt er ook nog eens getornd aan de breedte van de rijstrook, dan wordt het het risico nog verder verhoogd.

Of zoals de SWOV het zelf omschrijft: “De breedte van de verharding is van invloed op de ruimte voor correctie en het risico om van de weg te raken bij een stuurfout. Daarmee beïnvloedt de verhardingsbreedte ook de kans om in de berm te raken en daarmee de benodigde bermbreedte om veilig tot stilstand te komen of terug de weg op te sturen.”

2,75 meter: goed mikken

De meest voorkomende rijstrookbreedte is 2,75 meter op het meest voorkomende type tachtig kilometer-weg met één rijbaan met één rijstrook per rijrichting. Die 2,75 meter is echter gebaseerd op de personenauto.

Vrachtwagenchauffeurs zijn het rijden op deze wegen gewend. Toch is het een kwestie van goede concentratie en ‘goed mikken’ om de truck binnen de lijnen te houden, om de spiegels van tegemoetkomende trucks te ontwijken, en om langs de weg staande bomen of andere obstakels te omzeilen. 

Ongeveer de smalste stroken ter wereld

De SWOV zegt over de Nederlandse tachtig kilometer-wegen: “De rijstroken op 1×2 tachtig kilometer-wegen in Nederland zijn met een breedte van 2,75 meter ongeveer de smalste ter wereld.”

In veel westerse landen is een rijstrookbreedte van 3,60 meter de norm. Maar niet in Nederland. De SWOV zegt daarom tevens:
 
“Gegeven de breedte van een vrachtauto en het benodigde profiel van vrije ruimte, zou men zelfs kunnen beargumenteren dat 2,75 meter onverantwoord is. Dit is vooral daar het geval waar geen fysieke rijrichtingscheiding is aangebracht, geen (verharde) vlucht- en bergingszone aanwezig is, en waar obstakels vaak binnen de obstakelvrije zone te vinden zijn.” (Denk daarbij aan bomen of straatmeubilair, direct naast de rijbaan).

“Het feit dat deze wegen dan ook de onveiligste wegen zijn in Nederland kan voor een deel worden verklaard door de krappe maatvoering van de standaard rijstrookbreedte, die in combinatie met een krappe rijrichtingscheiding en krappe redresseerstroken tot gevaarlijke situaties kan leiden.”

De redresseerstrook is het strookje verharding rechts naast de witte lijn, tussen het wegvak en de berm. De Nederlandse redresseerstroken behoren tot de smalste ter wereld, zo blijkt eveneens. De meeste landen passen breedtes van meer dan een meter toe.

Goede doorstroming, maar veiligheid…?

De praktijk in Nederland leert echter dat de huidige smalle rijbanen en smalle redresseerstroken in principe een goede doorstroming garanderen. “Daarom worden deze ook grootschalig toegepast”, aldus de SWOV en “verdere concessies wat betreft de breedte zijn geen uitzondering.”

In het huidige Handboek Wegontwerp is dat ook te zien omdat diverse versoberingsopties aangedragen worden. De gevolgen voor de veiligheid worden echter niet in beeld gebracht. En omdat de Nederlandse wegen al tot de smalste van de wereld behoren, vraagt de SWOV zich af of het wel verantwoord is om de versoberings-mogelijkheden überhaupt aan te dragen.

“De ervaringen in het buitenland en in Nederland leren immers dat smalle profielen minder veilig zijn en dat het rijgedrag meer geforceerd is, meer inspanning vergt en minder bewegingsruimtegeeft”, aldus de SWOV.

Aanbevelingen voor meer ruimte

De SWOV doet daarom als aanbeveling voor het Handboek Wegontwerp dat men de huidige normale/ideale maatvoering neemt als standaard maatvoering, maar dat men liefst een ruimere, veiligere voorkeursvariant toepast bij nieuwe wegontwerpen. Minima en versoberingsopties moeten verdwijnen.

Bij die laatste, ruimere variant zou de totale verhardingsbreedte 9,5 meter moeten zijn, met een rijstrookbreedte van 3,3 meter, een redresseerstrook van 60 centimeter en een vlucht- en bergingszone van in totaal 3,2 meter (inclusief kantstreep, redesseerstrook, semi-verharding en draagkrachtige berm).

Voor bestaande wegen zal zelfs het standaardprofiel echter lastig te realiseren zijn. Langs die wegen liggen vaak sloten of grote bomen, of ze liggen op dijken.

Wat betreft de middenas van de weg heeft een dubbel doorgetrokken asstreep met 1,10 meter tussenruimte en een (Zweedse) cable barrier de voorkeur. Maar vanwege afslagen en beperkte ruimte kan dit op veel plaatsen moeilijk gerealiseerd worden.

Bovendien liggen er langs veel tachtig kilometerwegen geen parallelwegen, maar zijn er wel erf- of akkerontsluitingen, en rijdt er langzaam landbouwverkeer, waardoor een inhaalverbod en rijbaanscheiding niet wenselijk is.

Nederlandse wegen te smal
In Canada zie je dat de rijstroken iets breder zijn waardoor trucks elkaar met genoeg tussenruimte kunnen passeren zonder daarbij de witte lijnen te hoeven overschrijden. Bovendien zijn de redresseerstroken breder, wat de veiligheid nog verder verbetert.

Positief

Het is afwachten in hoeverre de aanbevelingen overgenomen worden in het Handboek Wegontwerp. Daarna is het de vraag in hoeverre provincies, waterschappen en gemeentes bereid zullen zijn hun tachtig kilometer-wegen breder aan te leggen dan de standaardbreedte. Het rapport en de aanbevelingen van de SWOV zijn in ieder geval positief.

Meepraten? Schrijf hier jouw reactie